De wielerheld van Universiteit Gent
- editie
- 2015 online
- categorie
- sport
Eindelijk is het weer tijd voor Vlaanderens mooiste, de Ronde van Vlaanderen. En dit jaar doet ook Universiteit Gent mee. Ze vaardigen met Tiesj Benoot de wielerheld van morgen af. Een nieuw gezicht in het land van kinderkopjes, hellingen en heroïek.

We ontmoeten de 21-jarige student Toegepaste Economie op de persconferentie van Lotto Soudal. Hij maakt een joviale indruk en ziet er een paar dagen voor de koers relatief ontspannen uit. Van studeren is op dit moment dan ook geen sprake, deze week staat helemaal in teken van de koers. Met Tiesj Benoot staat een nieuwe Belgische held aan de deur te kloppen, eentje die de kleuren van Universiteit Gent vertegenwoordigt.
Je bent de laatste tijd opgekomen als één van de outsiders van de Ronde van Vlaanderen, maar terwijl studeer je ook nog aan UGent. Hoe kan je die twee dingen combineren?
“Omdat ik een topsportstatuut heb, kan ik zelf mijn examens inplannen. Op 13 februari heb ik mijn laatste examen gedaan, en tot na het voorjaar doe ik niets voor school. Ik heb deze winter drie examens kunnen doen, vooral via zelfstudie. Ik ben dit jaar nog niet naar de les geweest, maar in een richting als TEW lukt dat goed. Gelukkig kan ik op Kenny Verstraete en Wim Maeyens rekenen die notities bijhouden (lacht).”
Je hebt waarschijnlijk niet veel tijd voor andere dingen dan koers en studeren?
“Vroeger ging ik eigenlijk al niet veel naar de les. Ik vind dat ik ook nu niet mag klagen over een te hoge werklast. Na het wielerseizoen kan ik trouwens ook een beetje genieten van het studentenleven.”
Ga je dan soms eens een Julientje gaan eten?
“Natuurlijk. Deze winter ben ik meer dan één julientje gaan eten. (lacht) Buiten het seizoen kan zoiets zeker, al zijn er zelfs wielrenners die tijdens het seizoen soms frieten eten. Je moet zelf weten wat mag en niet.”
“Deze winter ben ik meer dan één julientje gaan eten.”
Raad je jonge sporters aan om hun studies niet op te geven?
“Ja, als je daar van thuis uit voor gesteund wordt, dan moet je dat zeker doen. Het is altijd goed om nog een diploma achter de hand te houden. Het brengt ook wat afwisseling dat ervoor zorgt dat je leven niet enkel om koers draait. Je kan zo makkelijk eens je focus verleggen, al komt de koers altijd op de eerste plaats. Ik schik mijn studies naar de koers en niet omgekeerd. Het omgekeerde gaat niet als je topsport wil doen. De ploeg zou er niet mee kunnen lachen, moest ik een koers afzeggen.”
Bij de beloften kon je in elke koers goed uit de voeten, of dat nu in de bergen of op het vlakke was. Hoe hoop je je op termijn verder te specialiseren?
“Ik ga me nu op het Vlaamse voorjaar focussen, en één van de volgende jaren op het Ardense drieluik. Daarna ga ik moeten kiezen wat me het best ligt. Het hooggebergte is iets te hoog gegrepen, omdat ik wat te veel weeg. Je kan me vergelijken met een Van Avermaet.”
Je maakte vlot de overgang van de beloften naar de profs. Hoe voelt het om zo snel door te stomen?
“Heel goed natuurlijk. Omdat er nu minder doping is in het wielrennen, is er een vlottere toegang voor jongeren. Greipel vertelde me bijvoorbeeld dat hij er in zijn eerste jaar keer op keer werd uitgereden. Het zat hem zo diep dat hij overwoog te stoppen met koersen. Nu zijn de idioten die doping nemen gelukkig uitzonderingen.”
“Nu zijn de idioten die doping nemen gelukkig uitzonderingen.”
Moet je mentaal sterk staan als renner?
“Zeker, ik heb gelukkig een ruimdenkende ploeg met een psycholoog. De ploeg zit op mentaal vlak heel goed en bijna iedereen spreekt Nederlands, wat ook helpt voor de sfeer.”
Wat is jouw functie in het plan van Lotto-Soudal om de Ronde van Vlaanderen te winnen?
“Ik zal een beschermde rol krijgen, al weet je nooit hoe de koers precies verloopt. Onder onze kopman Roelandts zal Debusschere volgens mij worden uitgespeeld.”
Welke koers zou je in de toekomst nog het liefste op je palmares schrijven?
“De Ronde van Vlaanderen, al is wereldkampioen worden natuurlijk het hoogste wat een wielrenner kan bereiken. De Tour de France is voor mij niet haalbaar, daar ben ik te zwaar voor.”
Je bent ook een goede spurter. Zou je in een koers liefst winnen in een uitgedunde spurt of door een heroïsche solo af te ronden?
“Ik heb een sterke spurt, maar een solo is het mooiste wat er is. Je moet daar natuurlijk wel ongelofelijk sterk voor zijn.”
“Een solo is het mooiste wat er is.”
Je hebt wel een grote motor, dus wie weet.
“Laat ons hopen (lacht).”