"Het is geen luxehotel"
- editie
- 2016 online
- categorie
- nieuws en reportages
Tweehondervijftig vluchtelingen krijgen volgende week onderdak in de voormalige Rotterdamse bajesboot. Bed, bad en brood, en Gent voegt er nog een vierde B aan toe: met een hoofdletter: ‘Begeleiding’. “We moeten vanaf dag één inzetten op integratie”, zegt Rudy Coddens, Gents schepen van seniorenbeleid, armoedebestrijding en werk, tevens OCMW-voorzitter.
“We laten niets aan het toeval over; ten eerste is de kans groot dat die mensen hier maanden blijven, daarnaast is de erkenningsgraad groot. Na de overgangsperiode in het centrum, is de kans groot dat de bewoners in Gent blijven”, aldus Coddens. “We zien het dus echt als een nieuw deel van de stad.”
Beperkte termijn
“We hebben ons eigen klein mobiliteitsplan” — Vrielynck
“De uitbesteding die we kregen van Fedasil is voorlopig slechts voor een jaar,” vertelt Philippe Docx, manager van G4S Care and Justice, die het centrum zal uitbaten. “Maar die termijn kan tot drie keer verlengd worden. In totaal kan het ponton dus maximum vier jaar blijven liggen.” Toch werden heel wat investeringen gedaan om de toekomstige bewoners een thuis te geven: er werd een buitenruimte gecreëerd met speeltuin — één glijbaan —, bankjes, ateliers en een rokersruimte. Ook werd in samenspraak met het Gentse Havenbedrijf een veilig pad op de kade aangelegd. “Ons eigen klein mobiliteitsplan,” grapt coördinator Jesse Vrielynck nog.
Bajesboot
Alles op de boot draait om zelfredzaamheid, volgens Docx. “We werken met leefkeukens, waar mensen zelf hun eigen potje kunnen koken.” Verder is het ponton nog behoorlijk kaal, geeft Katrinka van Driel, marketing en communicationsmanager bij G4S, toe: “Ook dat laten we aan de bewoners zelf over. Het zal hier wel snel volhangen met tekeningen en kunstwerkjes”, lacht ze. Die zelfredzaamheid is ook een vorm van tijdverdrijf, volgens Coddens.
“Mensen kunnen zelf hun potje koken” — Docx
Aan de muren en op sommige deuren zijn de sporen van de vorige bestemming als Rotterdams detentiecentrum wel nog duidelijk zichtbaar. Zo zien we de speelkamer voor kinderen in de medische vleugel van het schip door een klein luikje in de deur, die wel erg doet denken aan een gevangenisdeur. Achter de balie bij de inkom zijn de oude plattegronden van de boot te vinden. “Detentieboot Rotterdam”, staat daar te lezen. Oh, en code 3 staat voor het gijzelingsalarm, just so you know. “Ja, dat is hier nog niet helemaal afgewerkt, natuurlijk,” zegt Van Driel haastig, “ik denk trouwens dat we hier bijna moeten afsluiten.” Ze duwt het groepje fotografen de kamer net niet uit.
We zijn er klaar voor
In de gang en op de kade kijken de camera’s op ons neer. “Dat is voor de veiligheid, in geval van vandalisme van buitenaf,” volgens Vrielynck, “we zijn naast wat betreft brandveiligheid en veiligheid van het schip volledig conform de privacywetgeving. Met 20 mensen zullen ze er werken: administratief, verplegend, coördinerend, educatief en maatschappelijk personeel. Dag en nacht, zeven op zeven. “‘s Nachts zijn hier ook altijd drie mensen aanwezig, waaronder de bootsman.”
“We zijn er klaar voor” — Coddens
“Verder is het voor de precieze aanpak nog even afwachten tot we weten hoe Fedasil de dispatching aanpakt,” besluit Coddens, “als we vooral mensen krijgen die rechtstreeks van de WTC-toren komen, laten we hen eerst wat op hun positieven komen. Komen de mensen vooral uit andere centra, dan zetten we al snel in op tijdverdrijf: fietsateliers, kunstprojecten, klusjes allerhande. We zijn er klaar voor.”