"Ik zou de swamp tegen niets willen inruilen"
Een interview met Tony Joe White krijgen, bleek makkelijker dan verwacht: de algehele contemplatieve rust die de man uitstraalt, wordt blijkbaar ook door z’n medewerkers gehuldigd. Een uurtje voor het optreden vragen we aan de balie of we White na het optreden zouden kunnen interviewen, we mogen meteen.
Tony Joe White is misschien niet de meest gekende muzikant uit het Zuiden van de States, maar de man schrijft wel al sinds de jaren ’60 zijn songs op zíjn manier, en schreef met Polk Salad Annie een geweldig, stampend nummer met een onweerstaanbaar refrein. En dat is lang niet alles. Hij schreef bovendien discreet een aantal stevige nummers voor andere muzikanten, en hij kon rekenen op de muzikale waardering van the likes of Creedence Clearwater Revival, Tina Turner en Jerry Lee Lewis. Maar het aantrekkelijkste aan een optreden van Tony Joe White is toch de ongeëvenaarde vertelkunst van de man, die met veel tederheid beelden schetst van tijden en plaatsen die hem dierbaar zijn.
Het optreden in de Handelsbeurs stelt dan ook niet teleur: het is een aangename luisterbeurt naar verhalen over a plant that looks somethin’ like a turnip green. De verhalen rusten op de diepe basstem van de man, immer gemoedelijk, en zijn vet ronkende gitaarspel. Met enkel een drummer als begeleidende muzikant, heeft White er geen enkele last mee een broeierige, onweerstaanbaar rollende klank de zaal in te blazen. Na het optreden vinden we White in een donkere kamer backstage, enkel verlicht door een paar kaarsen. Met een ”Sit down, boys. What would you like to know?” vatten we ons interview aan. White is bijzonder enthousiast over het geluid in de Handelsbeurs. “Het gebouw is prachtig, binnenin is het nog veel cooler. Qua klank is dit one of the best I’ve ever heard.”
Je muziek wordt onder andere gevoed door de geluiden en ritmes van de swamp. Herinner je je nog geluiden die je tijdens je jeugd in the bayou oppikte, en die je graag in je liedjes laat terugkomen?
I’ve always used alligators and bullfrogs, things like that, in my songs. Al mijn liedjes zijn uit het hart geschreven. Ik ben opgegroeid in een klein plaatsje, vlak bij de rivier, in the swamps, en telkens je ’s avonds naar bed ging, hoorde je zoveel. En dat bleef later ook belangrijk in mijn muziek: in fact, het album One Hot July heb ik opgenomen in een studio in Bogaluso, Louisiana, waar je de deur kon opentrekken en de alligators zo langs je heen kon zien lopen (lacht).
Je hebt een erg warme, specifieke gitaarklank in je muziek. Heb je lang moeten zoeken voor die zo klonk, of ben je daar heel snel opgekomen?
A long time ago, maybe twenty years or so, I found that one (wijst op zijn gitaar, nvdr.)_And it was the swamps, you know._ (grijnst) Je kunt deze gitaar overal meenemen, op vliegtuigen, waar dan ook, hij blijft altijd in de juiste stemming. It’s just tough, you know. Dus ja, deze gitaar is al een hele tijd bij me.
Vorig jaar, op Blue Note, zag ik dat je gitaarband erg op een slang leek. Was dat een echte slang?
Yeah, it’s right there. Ik moet ‘m wel bedekt houden, want toen ik ooit eens in Australië speelde, hebben ze zijn echte tanden uitgeslagen. Dus heb ik er maar gouden tanden voor laten maken, door een vriend van me in New Mexico. (lacht) Dat is dus mijn ratelslang met gouden tanden. Maar je moet ‘m zorgvuldig bedekt houden.
In Willy and Laura Mae zing je over hoe in het diepe Zuiden mensen van verschillende rassen bijzonder warm verbonden samenleven. Heb ik het goed als ik zeg dat het punt van het liedje is dat racisme een kwestie van omstandigheden is, en dat het racisme verdwijnt wanneer je verbonden bent in je overleven?
Exactly. Inderdaad: wij werkten allemaal in de velden. En we plukten allemaal katoen, op kleine boerderijen. Soms had iemand een gitaar bij, en dat was ook vaak het enige wat we hadden, en dan speelden we ’s avonds. We gingen dan ’s nachts allemaal bij elkaar zitten, speelden muziek, amuseerden ons en dachten eerlijk gezegd nooit aan het feit dat er een verschil bestond tussen zwart en blank. Maar ik zing ook wel: “That was another place / and another time.” Which was always sad, to me, want toen ik ze enkele jaren later zag, waren ze naar de stad verhuisd. En daar konden ze niet meer terugdenken aan die tijden, down by the river.
En dus, door naar de stad te verhuizen, raakten ze meer afgezonderd van jullie?
Zij wel, ja. Ik woonde nog steeds in de swamps. Maar de tijd van vroeger, toen we nog samen bij de rivier zaten, was a beautiful time, omdat we er nooit bij stilstonden hoe we eruit zagen, of je compagnon een andere huidskleur had of niet. We genoten er gewoon van om tesamen te zijn.
Dus je vond het best wel fijn om in de bayou op te groeien?
Oh god, yeah. Ik zou het tegen niets in deze wereld willen inruilen. Het is daar echt prachtig.
En waar genoot je dan het meest van?
It was slow. Niemand verloor veel slaap over het uiterlijk van anderen, we groeven ons gewoon in het land in. Een beetje zoals de Indianen — ik ben zelf deels Cherokee. And we just loved hangin’ there, eten bij elkaar te zoeken wanneer we het nodig hadden, te werken wanneer het eens nodig was te werken. Those were… nice times.
Je dochter maakt zelf muziek, en je zoon is je manager. Je muziek geeft, volgens mij, een erg vredig gevoel door, waarbij je erg graag zingt over plaatsen waar je je rustig thuis voelt. Heeft dat hen aangespoord om ook muziek te gaan maken, denk je?
Wat betreft de kinderen, moet je weten dat ik hen nooit heb aangezet om welke muziek dan ook te maken. Ik wou gewoon dat ze opgroeiden in vrijheid, en dat alles zou komen zoals het kwam. Het is wel écht prachtig dat ik nu muziek kan maken samen met m’n zoon en dochter, Michelle. Ze zijn even openminded als ik was toen ik een knul van vijftien was. Wij hadden toen geen grenzen, niets. So, they treat music the same way.
De muziek van uw dochter voelt soms erg urbaan aan, maar tegelijk zingt ze met plezier over terugkeren naar het platteland. Houdt u van haar muziek?
I love it. Ik speel gitaar op haar liedjes, en ze heeft een aantal geweldige liedjes geschreven. En hoewel ze in Los Angeles leeft, denkt ze ook nog steeds aan de swamp.
Je hebt ook vaak liedjes geschreven voor andere artiesten, soms erg eigenzinnige muzikanten. Hoe slaag je erin liedjes te schrijven die hen aanspreken, waarin ze zich willen inleven?
Daar dacht ik nooit over na terwijl ik het nummer schreef. The song always came from the sky, you know, terwijl ik bij de rivier zat, met m’n gitaar en mijn kampvuur. Ik dacht er nooit bij na of dit nummer nu één zou halen in de billboard charts. So the songs had freedom.