This is Jazz, man! 10 tips voor dummies.
Schamper gaat zo nu en dan op morele kruistocht, strijdend voor diversiteit en ondergewaardeerde kunsten. Jazz bijvoorbeeld.
Gezeten in een rockcafé: twee snoeiharde gitaren, een beukende bas en een strakke drum. De één beleeft het meer animaal, met instemmend gegrom en gestampvoet, terwijl de ander bijzondere aandacht schenkt aan het vormschema van de harmonieën. Maar geef toe, de zogenaamde “populaire muziek” vereist weinig uitleg. Niet zo bij jazz! De appreciatie is hier rechtevenredig met de kennis. We verwachten niet dat de modale student zich verdiept in de wereld van chromatische toonladders en septiemakkoorden. Een beetje algemene kennis kan daarentegen nooit kwaad. Wat wel en hoe te beluisteren?.
1. Onderscheid impro en thema!
In tegenstelling tot andere muziekgenres, ligt bij jazz maar een klein deel vast van wat gespeeld wordt. Een eenvoudig thema dat op papier staat, wordt gewoonlijk gevolgd door een lange, uitgerekte improvisatieronde. Elk op zijn beurt speelt een solo, bepaald door de inspiratie van het moment. Nochtans gebeurt het niet op de wilden boef, er zijn wel degelijk complexe regels die bepalen welke noten waar kunnen gespeeld worden. Devianten zijn klojo’s of experimentele genieën — meestal dat eerste.
2. Klap op tijd en stond
Nummers onderbreken met handgeklap en fluitsalvo’s is wel OK en vast en zeker natuurlijker dan bij FC De Kampioenen. Na elke solo die je zelf de moeite waard vindt, laat je dat best even weten aan de muzikant in kwestie. Op deze manier heb je als publiek de macht een optreden te maken óf te kraken: onderschat de kracht van enthousiasme niet.
3. Een knipoog en een kuchje
Let op de interactie! Je hebt geen echt jazzoptreden gezien als er geen non-verbale communicatie was tussen de muzikanten. Een getraind oog merkt de subtiele tekens die bepalen wie wanneer moet invallen. Het wil dan ook wel eens voorvallen dat iemand zijn startsein mist, maar dat wordt in een handomdraai opgelost.
Anderzijds is er ook de muzikale dialoog tijdens de solo’s: je zal merken dat er ingespeeld wordt op bepaalde riffjes of sfeer van de vorige artiest. Zo wordt het nummer meer dan de som van individuele tours de force, maar een samenhangend meesterwerkje.
4. Een combo
Op een podium kan je de artiesten verdelen in twee groepen.
De ritmesectie (meestal bestaande uit drum, bas, piano en/of gitaar, eventueel vibrafoon) verzorgt de basis van een nummer. Hetgeen vaak ietwat neerbuigend “begeleiding” wordt genoemd, vormt in feite een solide grond en sturende machine voor de anderen. De melodie-instrumenten (blazers, de rechterhand bij de pianist) spelen logischerwijs de themanoten en zorgen voor het grootste deel van het solowerk. Terwijl de eerste groep strak en gebonden speelt, krijgen de anderen alle vrijheid.
5. What a wonderful world
In jazz covert men niet, dat noemen ze dan een standard spelen. Goeie nummers belanden op een onzichtbare lijst of verdwijnen er een poosje later weer uit. Deze algemeen aanvaarde klassiekers worden overal en door iedereen gespeeld, en de improvisatie maakt van elke versie weer iets helemaal anders. Of zeggen “The girl from Ipanema”, “The A Train” en “Autumn leaves” je niets?
6. Tussen rook en oude mannetjes
Jazz moet beluisterd worden in een donkere club: antiek, smokey en vol mannen die vol nostalgie terugkijken naar het interbellum. Pogingen om de magie van het moment vast te leggen op één of ander schijfje, stranden gewoonlijk op lengtes van the real thing. De dichtste benadering komt nog van Free Jazzers als John Coltrane, die een cd opnam met 38 minuten pure improvisatie.
7. Death metal
Men durft nogal eens te menen dat jazz een stoffige bedoening is, en terecht. De classic jazz komt recht uit de thirties, overladen met stereotypes (Louis Armstrong die met of zonder trompet quasi hetzelfde geluid produceert in een zwarte club in New Orleans, bijvoorbeeld). Daartegenover staan tal van nevencategorieën, die zich tot elkaar verhouden als death metal/nu metal tot barok/romantiek. Vooral de extreme vormen van experimentele jazz leven op voet van oorlog met de meer conservatieve richtingen als dixieland. Aan jou om je te positioneren op de virtuele links-rechtsschaal.
8. Jazzmadammen
Hoewel het grootste deel van jazz puur instrumentaal is, zijn enkele jazzmadammen je wellicht niet vreemd. The First lady of Song, Ella Fitzgerald, of Billie Holiday, zijn wellicht de stevigste persoonlijkheden die hun band aanvoerden. Andere bekende namen zijn Nina Simone, Astrud Gilberto en Sarah Vaughan.
9. Waar te beginnen?
Je onverricht in jazz storten, is als een ommetje maken in het Braziliaanse regenwoud: een aanleiding tot wanhoop, maar ook tot verbazing. Je begint best met iets licht verteerbaars als dixieland of iets meezingbaars als bovengenoemde Ella Fitzgerald. Of laat je leiden door chauvinisme: Belgisch godenkind Jef Neve valt in de smaak bij zowat elke liefhebber en kenner: even gedurfd als klassiek, even ingewikkeld als aanhoorbaar.
10. Norah Jones & Jamie Cullum
Sinds enkele jaren is er in de pop- en rockmuziek een jazzrevival. Indie-kids zijn vertrouwd met Karate; de tonen van New Orleans sluipen ook binnen in catchy deuntjes en worden gecultiveerd door de hippe radiozenders; Ray veroverde het witte doek. Het is weer bon ton om aan je saxofoon te sleuren of het achtergrondkoortje “da be doe da”-gewijs mee te doen wiegen. Met Norah Jones en Jamie Cullum als boegbeelden van de nieuwe generatie jazzpoppers, maar daarnaast ook tal van andere artiesten die het licht hebben gezien.