De slag om het Gravensteen
- editie
- 521
- categorie
- kringen en konventen
Vier frank voor een pint. Meer aanleiding hadden studenten drieënzestig jaar geleden niet nodig om urenlang het Gravensteen bezet te houden tegenover politie en rijkswacht. Een bravourestuk dat sindsdien elk jaar gepast wordt herdacht.

“Ze zullen mogen kuisen morgen!” De hoofdschuddende receptioniste van het Gravensteen hield het nuchter toen om haar heen de commilitones en prosenioren druppelsgewijs de burcht verlieten. In de uren daarvoor was de Gentse feodale trots voor de drieënzestigste maal in evenveel jaar volgestroomd voor de jaarlijkse herdenking van de ‘grootste studentengrap aller tijden’, de zogenaamde Gravensteenfeesten. Met de onthulling van een gedenkpaneel, een resem speeches en een symbolische herbezetting van de slotmuren bracht de huidige generatie studenten luidruchtig hulde aan een bijzondere studentikoze traditie die zijn oorsprong vindt in de woelige jaren van vlak na den oorlog. Zevenhonderd jaar nadat de Graaf van Vlaanderen er voor het laatst hof hield en zes decennia nadat de bierprijs in Gent op ongehoorde wijze van drie naar vier frank werd opgetrokken, vloeide het roodbruine gerstenat eens te meer rijkelijk van de kantelen naar beneden. Une petite tranche d’histoire.
Vier frank voor een pint
In 1949 waagde men het om de kleur van de politie-kepies te veranderen. De traditionele blinkend witte politiehelmen zouden plaats moeten ruimen voor blauwe kepies. Een ware ramp. Dat zou betekenen dat politieagenten nauwelijks meer te onderscheiden zouden zijn van postbodes of taxichauffeurs. Stel u voor, beste student anno 2012, dat u een broodje zit te eten op de trappen van de Sint-Pieterskerk en bij elke passerende facteur de schrik je om het hart slaat, omdat je je zakgeld van de maand al in rook ziet opgaan? Want inderdaad, eten op de trappen van een kerk is tegenwoordig goed voor een indrukwekkende GAS-boete. De blauwe politie-kepies waren echter niet het ergste. Men had het ook gewaagd om de bierprijs van drie frank naar vier frank op te trekken. Voor de studenten die na het middelbaar zwoeren nooit meer aan wiskunde te doen: wie toen een budget van twaalf frank had, zou hierdoor nog maar drie pintjes kunnen drinken, in plaats van vier. Een schande voor de generatie die net een wereldoorlog en een bezetting overleefd had.
Of de betrokken studenten werkelijk een geldig excuus nodig hadden, valt te betwijfelen, maar in ieder geval deed op de ochtend van 16 november een mysterieus pamflet de ronde in de auditoria. In het pamflet werden medestudenten uitgenodigd voor een grootse studentengrap. De studenten werden opgeroepen om individueel tussen 14u30 en 15u10 het Gravensteen binnen te gaan en “munitie van alle slag” binnen te smokkelen. “Brengt desnoods ook uw boterhammen mee.”
“Tramtoestellen werden uit de sporen gelicht en auto’s omvergeduwd.”
Rond 14u30 kwam het plan in werking. De wachter werd in zijn wachtershokje opgesloten, een stootkar vol overrijp fruit werd binnengereden en de poort werd gebarricadeerd. Het eerste uur van de bezetting verliep erg rustig, waarbij de studenten op de kantelen met hun bordjes vol slogans zwaaiden. Leuzen als “Uylenspieghel is nog niet dood” en “Bier aan drie frank de pot” weergalmden door de straten. Even vreesden de bezetters voor een mislukking toen plots als bij wonder toch twee moedige wijkagenten op het Sint-Veerleplein verschenen. Eén welgemikt stuk fruit later bleek die vrees ongegrond. De start van twee uur real life Angry Fruit! Een massa volk stroomde op het Sint-Veerleplein toe en lachte met de politie die zich geen raad wist tegen het rondvliegend fruit, de eieren en de boterhammen. De brandweer werd erbij gehaald, maar ook deze lieden konden met hun waterstralen weinig beginnen.
Tot de brandweer aan hun nieuwste speeltje, de Metz-ladder, dacht. De politie slaagde er zo in het Gravensteen te betreden en werkte hun frustraties over hun besmeurde spiksplinternieuwe blauwe kepies met wapenstokken op enkele studenten uit. Twee studenten slaagden erin te ontsnappen, de ene à la Indiana Jones, de andere veinsde epilepsie en vond een sympathiserende dokter. De overige studenten werden naar het commissariaat gebracht en riskeerden rechtsvervolging. Onder druk van de enorme persbelangstelling — de grap haalde zelfs de New York Herald — en het Gentse publiek, dat er wel de humor van in zag, werden de studenten één voor één vrijgelaten.
Omvergeduwde tramstellen
Sindsdien herdenken de Gentse studenten met de hulp van rijkelijke hoeveelheden vloeibaar goud iedere november hetgeen in de volksmond als de ‘slag om het Gravensteen’ bekend kwam te staan. Ook rector Paul Van Cauwenberge mijmerde in zijn openingstoespraak terug naar de tijd toen hij als derdejaars geneeskunde in ’69 de twintigste bezetting van het Gravensteen meemaakte. “Toen was dat nog een echte veldslag. De politie had, in tegenstelling tot nu, maar weinig respect voor de studenten. Een gevoel dat overigens wederzijds was. Het liep er volledig uit de hand. Tramtoestellen werden uit de sporen gelicht en auto’s werden omvergeduwd. Een echte ervaring. Tegenwoordig gaan politie en studenten gelukkig wat vriendschappelijker met elkaar om, maar de feesten zijn nog steeds even luidruchtig en studentikoos”, aldus de rector. Instemmend gejoel vanuit het publiek.
“Bier aan drie frank de pot!”
Na de openingswoorden van Van Cauwenberge volgde nog een korte filmprojectie met authentieke beelden van de originele belegering. Het gros van de namiddag werd echter in beslag genomen door speeches allerhande van mensen van het Seniorenkonvent (SK), een overkoepelend orgaan voor streek-, hogeschool- en caféclubs. Een van de SK-sprekers formuleerde het als volgt: “Dit is een hoogdag voor het SK. We voelen ons elitair vandaag, want we mogen vanop een verhoog (de kantelen, n.v.d.r.) de menigte toespreken.” De coherentie was soms ver te zoeken, hoewel het enthousiasme één en ander compenseerde. De onderwerpen varieerden van lof over de studentenvriendelijkheid van de huidige rector (publiek: “Jeuhj!”), lof over de Gravensteenfeesten zelf (“Jeuhj!”), lof over de nieuwe studentencodex (“Jeuhj!”), lof over de schoonmoeder van Jelle die er niet bij kon zijn (“Jeuhj”) en de gebruikelijke sneer naar het K.V.H.V., dat buiten in de kou stond (“Boeh!”). Daarna was het de beurt aan de huidige generatie, waarvan sommigen voor de gelegenheid hun mooiste ridderkostuum hadden bovengehaald, om de kantelen te beklimmen en met hun vlaggen te zwaaien. ‘De slag om het Gravensteen’ werd nog uit volle borst en met de hand op het hart meegezongen en het hele gebeuren werd opgevrolijkt door de studentenfanfare. Daarna vertrok de stoet gezwind met enkele in elkaar geflanste praalwagens en — o, ironie — onder politiebegeleiding naar het Sint-Pietersplein waar de feestelijkheden braafjes konden worden verdergezet met de obligate cantus. Kortom, de generatie van ’49 draaide zich om in haar graf.
Oerwoud in Gent
Bijzonder aan deze editie was de onthulling van een permanent herdenkingspaneel aan de ingang van het Gravensteen. Er zou er ooit al ééntje gehangen hebben, maar dat verdween op mysterieuze wijze. Enkel een paar foto’s bewijzen nog dat het ooit heeft bestaan. Twee jaar geleden werd het initiatief tot een permanent aandenken opgestart, maar het Gentse bestuur was niet voor het idee gewonnen. Doreen Gaublomme, directrice historische huizen Gent, verklaart de oorspronkelijke weigering: “We zeiden toen resoluut neen, omdat we vonden dat er daar al een oerwoud aan plakkaten was en we een gedenkbordje eigenlijk een zeer oubollig gegeven vonden.” Maar dat was buiten Gert Van Dyck gerekend, die overtuigend pleitte voor de sterkte van het verhaal van de oorspronkelijke bezetting. “Daarmee had hij wel mijn zwakke plek gevonden. Er werd uiteindelijk een compromis gesloten. Er zou geen herdenkingsbordje komen, maar wel een herdenkingspaneel waarop in enkele zinnen de oorspronkelijke bezetting wordt toegelicht.” Zo gezegd, zo gedaan. Iets waarop de aanwezigen in de ridderzaal uiteraard dienden te klinken. Het paneel is voortaan dagelijks te bewonderen aan de ingang van het Gravensteen, maar voor de volgende Gravensteenfeesten zult u nog een klein jaartje geduld moeten uitoefenen. Tenzij iemand vindt dat twee en halve euro voor een pint echt wel te veel is, uiteraard.