
Masterproef sociologie
Kan jij alle vragen oplossen?

1) Karl Marx en Sinterklaas hebben een héle grote witte baart — bardt — baard — baert.
2) Er zijn vier seizoenen in het jaar. Kan jij ze alle vier in de juiste volgorde opsommen? Goed zo!
3) Vier sossen lopen mee in een antiregeringsbetoging en steken een kleine Renault van een hardwerkende allochtoon in de fik. De oproerpolitie doet haar taak en slaat er twee met een matrak een schedelbreuk. Hoeveel sossen blijven er nog over?
4) De juf zal nu een stukje voorlezen uit Les formes élémentaires de la vie religieuse van Émile Durkheim. Zet een kruisje telkens je het woord ‘sacraal’ hoort. Kan jij goed luisteren? Mooi zo!
5) Miet koopt een appel van Piet voor vijf muntstukjes. Miet verkoopt diezelfde appel aan Jan voor zeven muntstukjes en creëert zo twee muntstukjes welvaart bij. Met de winst organiseert Miet een héél groot feest voor iedereen! Waarom is het kapitalisme verderfelijk?
6) Kan jij de fout vinden in de volgende zin? “Doorheen elk stadium veroorzaakt het economisch systeem spanningen tussen de verschillende maatschappelijke klassen, hetgeen leidt tot klassenstrijd en uiteindelijk tot revolutie.”
7) Beschrijf in één woord de huidige stand van de sociologische wetenschap en de richting die ze volgens jou in de toekomst zal uitgaan.
8) Wetenschapsvraag! Hah, neen! Zo moeilijk gaan we het jullie nu ook weer niet maken! Ga maar buiten spelen met je vriendjes. Je diploma kan je bij het buitengaan meenemen voor mama.
Antwoorden
1) Piemel 2) Seizoenen zijn een veranderlijke sociale constructie 3) Te veel 4) Zeventien en een half 5) Ik eet liever peren 6) Alles 7) VDAB 8) Vriendjes zijn tof