Cowboy Hein
KAA Gent stormt op een top 3-plaats de eindfase van de competitie in. Tijd voor een gesprek met de trainer van la Gantoise over de belangrijkste bijzaak ter wereld.


Na vrouwendag is het de beurt aan mannenmaand. Over twee weken gaat de hoogmis van ons vaderlands voetbal, play-off I, van start. In de huiskamers van sportminnend Vlaanderen klinkt weldra weer de slagzin: “Naar de keuken schat, en breng een pintje mee!” Leve de ballen!
Wat zijn jullie ambities in play-off I?
Hein Vanhaezebrouck: “We gaan hoogstwaarschijnlijk de play-offs in als derde, dan moet het ook onze doelstelling zijn om minstens op die plaats te eindigen. Als we daarin slagen, zal ik zeer tevreden zijn. Maar als er andere ploegen gewoon beter zijn, dan kan ik ook leven met een vierde plaats. We maken enkel kans op meer als wij absolute top zijn en Anderlecht en Club Brugge het laten afweten. De voorbije twee jaar heeft KAA Gent play-off I gemist, dus het zou wat voorbarig zijn om nu te zeggen dat we voor de titel gaan.”
Analisten als Bob Peeters en Marc Degryse schuiven AA Gent nochtans naar voren als titelkandidaat.
“Dat is de media hé. Als Club Brugge en Anderlecht top zijn, zijn ze normaal gezien beter dan Gent. Maar in het voetbal blijft alles mogelijk. We zijn, zeker met de komst van Moses Simon, offensief gewapend om de toppers pijn te doen. Het probleem zit in onze verdediging. We pakken te gemakkelijk doelpunten. Ook tegen de mindere ploegen. Dat is de grootste reden waarom ik ons niet als titelkandidaat zie. Er zijn nog ploegen in play-off I die dat probleem hebben, maar als bij Anderlecht Mbemba en Deschacht fit zijn, dan worden er bijna geen fouten gemaakt.”
“We zijn offensief gewapend om de toppers pijn te doen”
Als Gent geen kampioen wordt, wie dan wel?
“Als iedereen inzetbaar is bij zowel Club Brugge als bij Anderlecht, dan denk ik dat Anderlecht nog net iets meer heeft dan Club. Mitrovic werkt veel harder dan vroeger, maar als die uitvalt hebben ze toch een serieus probleem. Ze moeten dan terugvallen op Cyriac, die een heel andere type spits is. Dat is heel anders voetballen. Bij ons is dat hetzelfde hoor. Als Depoitre en Simon er niet bij zijn, hebben wij ook een probleem.”
De voorbije jaren speelde Gent play-off II. Is jullie jonge kern klaar voor de druk die bij play-off I komt kijken?
“Ervaring ontbreekt misschien. We missen ook leiders en er is weinig communicatie. We werken daar wel aan, maar dat zijn zaken die je niet volledig kan oplossen op korte termijn. We moeten daar wel rekening mee houden in de verdere uitbouw van de kern naar volgend seizoen toe.”
In enkele toppers speelden jullie zeer goed, maar toch haalden jullie dit seizoen slechts 11 op 27 tegen de ploegen van play-off I. Zal het nu beteren?
“Het zat niet altijd mee. En dat zullen we nu proberen te vermijden. Je kan niet altijd rekenen op dat geluk, je moet dat afdwingen en dan ben je top. En als je top bent, kun je ergens geraken.”
Abu Dhabi aan de Leie
In het weekend van een thuismatch kleurt Gent helemaal blauw en wit. Is KAA Gent een hip merk geworden?
“De verhuis van het Ottenstadion naar de Ghelamco Arena heeft echt een schok teweegbracht. Het toeschouwersaantal is verdubbeld en de perceptie rond de club is op alle vlakken verbeterd. Als je via de E17 Gent binnenrijdt, zie je meteen dat stadion met de nieuwe gebouwen en de nieuwe Ottergembrug, de wijk maakt echt deel uit van de stad. Die hoek van Gent is helemaal vernieuwd. Je waant je in Abu Dhabi. Zulke zaken heb je nodig om je voet te zetten naast de topclubs.”
De euforie na de thuiswinst tegen Club Brugge was ongezien. Is Club verslaan even speciaal voor u als voor de supporters?
“Het deed enorm deugd. Het was de laatste kans om voor de play-offs in eigen huis zo’n topper te winnen. Natuurlijk is Club Brugge voor de supporters de aartsvijand. Maar mochten we nu Anderlecht of Standard geklopt hebben, zou ik even blij geweest zijn. Ik heb Club Brugge trouwens al vaak verslaan (lacht). Zeker thuis met Kortrijk hebben we een ongelofelijke reeks neergezet tegen Club Brugge.”
U bent ondertussen bijna een jaar in Gent. Hoe is de band met de supporters in Gent?
“In vergelijking met hoe het er in Kortrijk aan toe ging, heb ik eigenlijk veel minder contact met de supporters. Dat komt ook door de vele verplichtingen na elke match. Een uur na de match ben ik nog altijd niet beschikbaar om eens naar de supporters te gaan. Bij Kortrijk moest ik altijd via de supporters om de persruimte te bereiken, dus dan zie je ze natuurlijk wel wat vaker. Maar ik probeer om die band met de supporters te versterken. Zo zijn we bijvoorbeeld met de ploeg naar de Halfvastenfoor geweest.”
Houdt u daarvan?
“Ja, ik vind dat wel plezant. Als ik zie hoeveel mensen er op de foor waren, en hoeveel foto’s ik moest nemen, dat is ongelofelijk. Het zou zelfs nog meer mogen. We bezochten ook al kinderkankerpatiëntjes in het UZ en deden al meerdere bedrijfsbezoeken, bijvoorbeeld naar Volvo Trucks en Arcelor Mittal. Het is onvoorstelbaar hoe die strijd tussen Club Brugge en Gent leeft op de werkvloer. Iedereen had zijn sjaal aan toen we toekwamen bij Volvo Trucks, ook de Clubsupporters, en hier en daar zelfs een supporter van Lokeren. Dat leeft echt enorm. Dan zeg ik ook tegen de spelers dat ze zich bewust moeten zijn hoe belangrijk die wedstrijden zijn voor de supporters. Maar ik wil tegelijk ook dat ze eens zien hoe het is om acht uur in de fabriek te staan. Er zijn spelers die bij wijze van spreken niet weten hoe ze een vijs moeten indraaien (lacht). Sommigen zijn hun hele leven een beloftevol talent geweest, op hun vijftiende al met de A-kern konden meetrainen en zijn nooit moeten gaan werken. Dat ze maar beseffen hoe schoon hun job wel niet is.”
Na Kortrijk trainde je ook kort Genk, maar dat bleek geen succesverhaal. Bij Gent lukt het duidelijk wel. Waaraan ligt dat?
“Dat het bij Genk niet lukte, had ook te maken met de omstandigheden. Tijdens de eerste vergaderingen stelde het bestuur de plannen voor het volgende seizoen voor. Toen zei ik tegen mijn echtgenote dat we voor de titel zouden meespelen. Zo ambitieus was het. Alle topspelers in België van toen kwamen ter sprake: Berrier, Vleminckx... We zouden ze allemaal halen. Maar plots kwam de algemeen directeur met het nieuws dat er geen geld was. In plaats van de beloofde toppers, werden enkele eindecontractspelers uit tweede klasse gehaald. Het verwachtingspatroon lag na een goeie stage enorm hoog, maar toen zaten de resultaten wat tegen. Het bestuur begon toen te panikeren terwijl ze het in feite zelf gezocht hadden.”
Wie is voor u de beste trainer in België?
“Daar kan ik niets op zeggen (lacht). Maar het valt me wel op dat bij de uitreiking van beste trainer van het land men te vaak rekening houdt met resultaten. Ik ben het ook al geweest, en ik apprecieer dat enorm omdat het van de spelers komt. Maar dat was ook een uitzondering. Vaak wordt de trainer van de kampioen of bekerwinnaar gekozen. Kijk naar Aleksandar Jankovic bij KV Mechelen. Die zal niets winnen, maar hij heeft er een systeem in gekregen en hij maakt het vele teams echt moeilijk. Die levert ook goed werk, net als Preud’homme, Mazzu, Hasi, Maes en anderen. Voor mij was vorig jaar Lorenzo Staelens de trainer van het jaar. Overpakken op het einde van het seizoen, play-off III overleven én de eindronde winnen én de bekerfinale halen, voor mij is dat voldoende om hem de trofee van trainer van het jaar te geven.”
Springt u in de Leie als AA Gent kampioen wordt?
“Normaal doe ik zo’n rare uitspraken niet (aarzelt). Maar het zou er wel eens van kunnen komen (lacht).”