Ni dieu ni maître
Veertig worden is een uitgelezen gelegenheid om eens ongelofelijk op uzelf te stoefen, en we hebben die kans met twee handen aangegrepen. Bij deze, een lichtjes arrogante en hoogdravende reflectie over de filosofische grondslagen van het rebelse in Schamper. Zet u er maar eens voor.
Briesend kwam de hoofdredacteur het redactielokaal binnen. “Jacobs, Gordts, gelle zijt hier de zelfverklaarde rebellen van dienst, schrijf eens twee pagina’s vol over waarom wij godverdomse wereldverbeteraars en fucking revolutionairen zijn,” schreeuwde hij, terwijl de dichtstbijzijnde redactrice spontaan voor zijn kruis knielde en zijn gulp openmaakte.
Laat dat een uitstekende illustratie zijn van de manier waarop de geest van de jaren zestig doorleeft op de redactie: vrije seks. Vergis u echter niet, we zijn geen peace and love-typetjes: hippies hangen we voor de lol ondersteboven tot ze hun druggebruik, zweverigheid en gevoelens inruilen voor zelfhaat en een klein beetje politiek engagement. Maar laat u evenmin verleiden tot het idee dat we enige ambitie hebben. De redactie van de jaren zeventig wou de wereld nog veranderen, maar daarna lieten we dat project varen wegens te veel moeite. Die seks, da’s puur tegen de verveling. Verveling, daar heeft Schamper lak aan.
Barricades
‘Schamperen’ wil zeggen: ‘minachtend spotten, geringschattend doen uit een machteloze positie’ en dat is exact waar we ons de afgelopen veertig jaar mee bezig gehouden hebben. Balorigheid en balsturigheid dragen we hoog in het vaandel, van establishment moeten we niets weten. Maar in tegenstelling tot de meeste studenten met enige vorm van consistent maatschappijbeeld geloven we niet dat we gelijk hebben, dat we iets kunnen veranderen, of überhaupt dat het er iets toe doet wat we denken. Dat laten we aan de omhooggevallen intellectuele bourgeoisie van links en rechts.
Ons is het meer te doen om de daad van rebellie zelf. Schamper beleefde hoogdagen tijdens de protesten tegen de ‘tienduizend frank’ in 1978. Dat het protest jammerlijk faalde deed er geen zak toe, we konden heel eventjes de georkestreerde harmonie van het systeem doorprikken. Daar doen we het voor. Dat het systeem en de tienduizend frank er een jaar later nog stonden, ah, fuck that. Schamper bestaat voor de momenten waarop we baldadig even het spektakel van alledag kunnen doorprikken. Voor de momenten waarop we de ironie van onze wereld even kunnen laten zien. Voor de momenten waarop we kunnen laten zien hoe images, schijn, hyperrealiteit, fetisjisme en Disneyland het leven hebben gekoloniseerd.
We gaan daar niets aan veranderen, hoor, wees gerust. U kunt rustig quinoa koken en latte drinken terwijl u Naomi Klein leest, als dat uw ding is, en als u graag McDonalds vreet terwijl u moppen maakt over negers, sossen, en potten, ga gerust uw gang. Dat recalcitrante gedrag is om l’ennui te bestrijden. Noem ons gerust muitziek, dat zijn we ook. Verwijt u ons echter geen engagement, noch eerzucht. We zijn anarchistjes, maar impotente anarchistjes. We zijn ons bewust van ons onvermogen om ook maar enige vorm van verschil te maken. Apathie is hetgeen waar we een probleem mee hebben, want dat getuigt van ambitie: wie ambitie heeft maar die niet kan waarmaken, komt niet uit zijn zetel. Ambitie vinden we walgelijk. ’t Is dat, of uw comateuze apathie is te wijten aan dommigheid. Dommigheid, dat vinden we geweldig, dat geeft ons de kans om u belachelijk te maken tot u de traantjes in de ogen krijgt, en niet weet waarom. De Schamperlezer is dan ook een uitzonderlijk intelligent man of vrouw. Een idioot komt niet eens voorbij de Kort zonder zich zijn eigen minderwaardigheid te realiseren, en ons vod snikkend dicht te klappen.
Kasplantjes
Vandaar dat toen een paar jaar later de protesten tegen de verhoging van het inschrijvingsgeld naar dertienduizend frank een dikke flop werden, Schamper de lezer op de voorpagina een serieus geweten schopte. Niet omdat we geen dertienduizend frank wilden betalen, wel omdat we enkel gelezen willen worden door mensen die het waard zijn ons te lezen. Kasplantjes zijn dat niet.
Het is dan ook hoog tijd de opvattingen en idealen, stromen en tendensen, krachten en ideeën die het blad van papier drijven kenbaar te maken aan de weide wereld, zodat er openlijk kritiek op gespuid kan worden door zijn luttele aantal lezers. Daartoe organiseerden wij, voorzien van hoog-intellectuele lectuur (Derrida, Debord, Foucault, Chomsky, Zizek, Meyer, u weet wel), dagenlang een congres in de redactiekantoren – “Morgen kom ik écht terug thuis eten, mama. Trouwens, kunt gij mij komen oppikken aan ’t station? Het gaat regenen.” Na eindeloze uren zwoegen, presenteren we u met trots het Schampermanifest:
het Spook van Schamper
Een spook waart door Gent – het spook van Schamper. Verenigt u, studenten die zich onwennig voelen binnen de bestaande structuren van de studentenwereld! Verenigt u, studenten die zichzelf tot spreekbuis der schenenschopperij uitroepen! Verenigt u, Schamperaars!
Een liefde voor rake woorden, schijnbaar achteloos bij elkaar geplaatst, die in hun onbevangenheid de alledaagsheid even overstijgen; dat kenmerkt de pennenvrucht van de Schamperbalpen. Nooit of te nimmer produceert zij banale termen als ‘fiets’, ‘sos’ of ‘tsjeef’; gevleugelde woorden als ‘stalen ros’, ‘pseudo-communistisch zwijn’ en ‘asociale rechtse solorukker’ voeren haar vocabularium aan. Vettiger dan een Rombautje van bij de Julien, prettiger dan de kaak-kus van uw oma, verfijnder dan het recept van een brugspaghetti: uw artikels zullen vurige idealen doen opflakkeren bij de lezers. Vervolgens zullen ze weer sneuvelen bij de volgende plensbui – “Op de barricaden gaan staan met een paraplu zou té belachelijk zijn, niet?”
Zoals verleden pogingen hebben doen blijken, tolereert de Schamperredacteur geen Fakulteitenkonvent, Sociale Raad, Raad van Beheer of Gentse StudentenRaad boven zich. Respect voor gezag en autoriteit, daar veegt u uw welgevormde reet mee af. Laat staan dat gij u verlaagt tot spreekbuis van één der voornoemde kapitalistische machtsstructuren. Onbevreesd zult gij berichten over wanpraktijken aan uw alma mater maar evengoed zult ge witte pagina’s in uw blad vullen met gratuit naakt of cartoons over allerhande onderdrukte minderheden, omwille van de ondraaglijke vederlichtheid van dit bestaan. Financiële problemen of rectoren die het blad verbieden zullen uw strijd tegen apathie niet deren, zij zullen u net creatiever maken and you shall come back with a vengeance.
Woorden op een wit blad
Zoals Geert Joris het in Schamper 201 in 1985 neerschreef: “Wanneer de woorden op een wit blad papier zwaarder wegen dan het rolletje lint van de typmachiene (sic), dienen de toetsen dringend harder te worden aangeslagen.” We zouden het niet beter kunnen verwoorden. Sla de toetsen hard aan, beste Schamper-aspirant. Sla en zalf. Sla en zorg ervoor dat uw woorden de onwetendheid en de miserie der Gentse studenten wegspoelen zoals de kuiswagens van de stad Gent op vrijdagochtend het braaksel wegspoelen uit de Overpoortstraat… Schop ze een geweten, de dwaze, kritiekloze jaknikkers.
(Wij willen benadrukken dat bovenstaande poging tot opstellen van een manifest een actie van twee eenzaten is. De redactie van Schamper distantieert zichzelf volledig van al het bovenstaande gepalaver — ‘stalen ros’ uitgezonderd — en belooft plechtig de verantwoordelijke redacteurs op te sluiten in de kerkers van de redactie. Mogen zij rusten in vrede, red.)