Orwell’s Vertical Farm
- editie
- 564
- categorie
- wetenschap
Een groot deel van ons, studenten die hun hart verloren hebben aan de Gentsche Innenstadt, zullen hier blijven hangen. Wereldwijd trekken meer en meer mensen naar de stad, en tot nu toe namen onze voedselbronnen niet echt deel aan deze migratie. Vertical Farming wil daar een eind aan maken, door te doen wat een stad met de bewoners ook doet: opstapelen, die handel.

Door Nathan Bultinck
Het is half een, het geluid van je knorrende buik weergalmt voor de hele aula. Het verstoort abrupt de concentratie van je medestudenten, of toch de illusie dat ze enigszins concentratie voor de les Statistiek konden opbrengen. Wanhopig kijk je in je hipster backpack, maar helaas, de laatste meelworm heb je net binnengespeeld. Je kijk je beste vriendin dan maar met puppy-ogen aan — misschien heeft zij wel nog een sappige krekel op overschot — maar met het aanzicht van haar negatie, spat je hoop uiteen. Je gedachten drijven verder weg. Je denkt aan de radijsjes die je in het Zuidpark zou kunnen opgraven, de aardbeien die floreren op de daken van het UFO, de varkentjes die rondhuppelen in het citadel.
“Ik wil zoveel mogelijk mensen inspireren om ook bezig te zijn met de esthetiek”
What is to be done?
Als het afhangt van Zjef van Acker zou dit scenario wel eens werkelijkheid kunnen worden. Hij is de bezieler en organisator van het open forum over Vertical Farming dat op 10 februari plaatsvond in de campus Coupure, een samenwerking tussen de Association for Vertical Farming (AVF) en Stadslandbouw Gent. De verrassend grote opkomst (er was zo’n 450 man en het waren heus niet alleen hippies) bewijst dat het onderwerp voor velen tot de verbeelding spreekt. Vertical Farming komt neer op meerlagig telen, maar het beeld dat we krijgen voorgeschoteld op het open forum omvat meer dan dat. De sprekers tonen hoe je gewassen, zwammen en zelfs krekels kan kweken in een sterk gecontroleerde omgeving (denk basilicum kweken in je kast met behulp van ledlicht), wat het mogelijk maakt om voedselproductie naar de stad te halen en op te stapelen. Maar sterk gecontroleerd betekent ook energie-intensief. Voor spreker Bruno Van Haudenhuyse van Gandazwam hangt het succes af van hoe goed de componenten van zulke artificiële ecosystemen kunnen gecombineerd worden. Bijvoorbeeld door de warmte en CO2 die het kweken van zwammen produceert te gebruiken voor het kweken van planten. Het eindresultaat zouden dan die utopisch ogende gebouwen zijn waarin verschillende artificiële ecosystemen zodanig in sync zijn dat er nauwelijks wat van de energie ontsnapt die erin wordt gestopt.
Daarnaast benadrukken alle sprekers het belang van het identificeren en inzetten van rest- en afvalstromen. Paddenstoelen kweken op een mix van karton en koffie, krekels voeden met brouwerijdrab … Die laatste leukerds zijn naast makkelijker verticaal te kweken dan een koe, aldus Nikolaas Viaene van Little Food, ook veel efficiënter in het omzetten van voer in proteïnen. Aangezien een groot deel van de landbouwoppervlakte gebruikt wordt voor het kweken van veevoer, zou ook dat een enorme plaatsbesparing met zich kunnen meebrengen. Maar we zouden natuurlijk het immer cynische blad Schamper niet zijn, mochten we geen punt van kritiek kunnen aanbrengen. Het lijkt ons namelijk niet logisch dat je alles wat het platteland ons biedt in de vorm van zonlicht, water en meststoffen zou miskennen en dit kunstmatig zou produceren in een serre in de stad. Deze vraag blijkt de opener te zijn van een interview die zowel onze groene vingers (met zwartgeblakerde nagels) als idealistische kant weet te bekoren. Of dat laatste iets goeds is, laten we nog even buiten beschouwing.
One step forward, two steps back
Tegenstanders halen wel eens aan dat de lokaliteit — nu zijn onze groenten en fruit kilometers van ons verwijderd, wat een grote verspilling van brandstoffen met zich meebrengt — niet opweegt tegen het nadeel van vertical farming. Maar voor Zjef maakt de lokaliteit niet het belangrijkste proargument uit, wel het terug in sync zijn met de natuur. Zo geeft hij als voorbeeld de vzw Het Spilvarken aan, een organisatie die het varken terug naar de stad wil halen voor zijn oorspronkelijke niche, namelijk afvalverwerking. Die beesten lopen natuurlijk wel behoorlijk horizontaal in het rond, maar vertical farming kan volgens Zjef net als dit initiatief bijdragen aan een mentaliteitsverandering. “Mensen krijgen terug voeling met die varkens. Ze zien opeens dat dat een levend wezen en een leuk beest is. Nu zijn we zo gedisconnecteerd van ons voedingspatroon”, zucht hij. Daarnaast zou het ook het respect voor de boeren kunnen bevorderen. Nu kunnen zij, door de laagste-prijs-concurrentiestrijd tussen de supermarktketens, met moeite hun hoofd boven water houden. Vertical farming zou onrechtstreeks leiden tot meer diversiteit en meer diversiteit leidt op zijn beurt tot meer macht van het individu.
Dat vertical farming heel divers is, moeten we zeker nageven. Het gaat van het kweken van zwammen uit koffiegruis tot Coca-Cola die mogelijk Stevia op het dak van haar eigen fabriek zou kunnen telen. Van het kweken van krokante krekels, die heel voedzaam blijken te zijn, tot mooie voedzame stadstuinen die floreren op de daken van Gentse restaurants. Het klinkt heel veelbelovend, maar er springt ons wel een hiaat in het oog. Hoe zou men de veeteelt naar de stad willen halen? De bourgondische Belg die zou overleven op krekels en oesterzwammen, dat zien we nog niet snel gebeuren. We just love our occasional steak. Zjef valt ons bij deze bedenking in de rede: “Dus wat je eigenlijk vraagt van mij is hoe ik zou oplossen wat eigenlijk de basis is van ons probleem? Het probleem ligt misschien wel bij de bourgondische Belg. De hoeveelheid vlees die geconsumeerd wordt en de prijs waaraan dat geconsumeerd wordt, dat is niet juist.”
”Het probleem ligt misschien wel bij de bourgondische Belg.”
Het is niet het doel van de AVF om alle landbouw naar de stad te halen en te stapelen, dat is immers onmogelijk. Uit een onderzoek van Dickson Despommier, de godfather van vertical farming, blijkt dat mochten alle daken van New York als verticale boerderijen fungeren, dit slechts 1% van de New Yorkse bevolking zou kunnen voeden. Wat ze wel willen, is een eind maken aan de parasitaire levensstijl die de stad zich nu aanmeet. Dat door over te gaan naar een systeem waarbij zowel de stad als het platteland ons overdreven consumptiegedrag proberen op te vangen. “Ik ben fan van diversiteit, en vertical farming is voor mij een tool om diversiteit te promoten. Je voedsel halen uit één systeem, dat is niet slim. Als dat systeem instort, dan heb je niks meer.”
Das Kapital
Niet alleen de dromers onder ons worden opvallend wild van deze piepjonge ontwikkeling, ook de bedrijfswereld lijken gretig op de kar te springen. Zo werkt de AVF samen met enkele grote bedrijven zoals Philips. Maar zijn zij geïnteresseerd in de utopische stad waar Zjef van droomt, of zullen ze gewoon de technieken toepassen in een of andere mottige loods, weg van onze blikken? “Dat kan, ik ga hen niet verplichten om dat te doen, maar ik wil zoveel mogelijk mensen inspireren om wel bezig te zijn met esthetiek. In Duitsland is Metrogroup, een beetje zoals Carrefour in België, ook lid geworden van AVF, omdat ze Vertical Farms op hun daken willen zetten. Carrefour overweegt dat ook. Een serieuze marketingzet. Kunnen zeggen dat je zelf een deel van je voedsel produceert, dat is een grote imagoboost. En dan zijn er organisaties als AVF en sociale media om die bedrijven te beïnvloeden om verder te gaan. De macht van het geld moet volgens mij een beetje gebroken worden. De drie pilaren van duurzaamheid, economisch, sociaal en ecologisch, moeten stabiel zijn. Nu staat alleen de economische heel sterk. Je kan dat alleen rechttrekken door bedrijven te laten samenwerken met sociale en ecologische organisaties. Er is niet één pilaar die de waarheid heeft; het gaat om de samenwerking.”