Drumcocktail van jazz en hiphop
Lander Gyselinck is hot stuff en maakt STUFF. hot. De drummer verkocht met zijn bekendste band tweemaal de handelsbeurs uit in februari. En dat is nog maar het topje van de drum stick.

Begin dit jaar zat Lander Gyselinck in De Afspraak en werd hij aangekondigd als ‘de beste muzikant van het land’. Hij heeft het razend druk met zijn band STUFF. en een dozijn andere projecten. Tussendoor duikt hij ook nog op als drummer in ‘Belgica’, de film van Felix Van Groeningen.
Hoog tijd om eens samen te zitten met het studentenblad van zijn Gent. We spreken op uitnodiging van Gyselinck af in Franz Gustav, een nieuwe koffie- en ontbijtbar pal naast De Centrale aan Ham. We hebben het over ‘Hybrid Love’, het project van STUFF. waar het publiek in cozy theaterzitjes naar kon gaan kijken.
We hadden bij Hybrid Love echt een soort cinemagevoel, omdat iedereen neerzit waardoor mensen minder geneigd zijn met elkaar te praten. Is dat de bedoeling?
Lander Gyselinck: “Dat is het exact. Ik heb zelf de laatste twee jaar vooral heel veel drums gespeeld in theatervoorstellingen. (Lander speelde o.a. in de theatervoorstellingen ‘An Old Monk’ van Josse De Pauw met het Kris Defoort trio, red.) De meeste mensen weten niet dat dat mijn hoofdbezigheid was. We hebben 140 voorstellingen gedaan, voornamelijk in het buitenland. Door dat te doen zag ik welke impact een performance heeft in theatercontext en met een bepaalde belichting. Daar gelden eigenlijk andere regels. Bij Hybrid Love komt dat mooi aan bod. Wat niet evident is voor een concert, waar je meestal naast mensen staat, en waar er vaak een gast tegen je botst met zijn pint. Dat is anders wanneer je in je stoel zit, of zoals thuis in de zetel, dan kan je de muziek intenser beleven.”
Je hebt de Music Industry Award gewonnen voor beste muzikant, onder meer voor je werk bij STUFF. Dat is misschien vreemd aangezien jullie muziek niet vaak op de radio wordt gedraaid. Zouden jullie graag meer op de radio komen?
Gyselinck: “Eigenlijk niet, of ik toch niet. Ik luister eigenlijk niet naar de radio, want ik vind het aanbod te beperkt. Vandaag heb je gelukkig veel meer manieren om muziek te beluisteren. De radio die de populariteitsfactor bepaalt, voldoet niet meer. En dat vind ik een goeie vooruitgang.”
“De radio die de populariteitsfactor bepaalt, voldoet niet meer”
Zou internet en streamingssites aan de basis liggen van jullie succes?
Gyselinck: “Ik denk eigenlijk dat de meeste mensen ons ontdekken door ons live te zien. Omdat je dan de meest échte ervaring hebt. De fysieke ervaring van een concert van STUFF. is nog altijd het meest overtuigende.”
Het gaat in artikels vaak over het speelplezier van STUFF. Hoe houden jullie dat fris na zoveel jaar?
Gyselinck: “Wij spelen al vijf jaar, en zijn allemaal heel actief in andere groepen en muziekcircuits. We hebben individueel stuk voor stuk veel speelervaring. En we weten hoe jazzimpro en improvisatie in het algemeen in elkaar zitten. Doordat we bijvoorbeeld in ‘The White Cat’ elke maand iets deden, konden we improviseren en bepaalde dingen opvangen. Dat komt niet bepaald door veel te repeteren, want dat doen we niet. Het gaat erom dat we heel veel spelen.”
STUFF. is ontstaan in The White Cat in Gent. Hoe is dat gegaan?
Gyselinck: “Een half uur voor we moesten spelen, kozen we wat dingen uit die we tof vonden. Bij de voorbereiding kozen we vijf tunes om aan de slag te gaan. Na een half uur spelen zien we wel wat het geeft. Dat was het concept.”
In een interview van twee jaar geleden had je het erover dat STUFF. eigenlijk is ontstaan vanuit een bepaalde leegte die je ervaarde aan het conservatorium van Brussel ...
Gyselinck: (onderbreekt) “Maar ik bedoelde dat eigenlijk niet zo. Ik bedoelde conservatoria in het algemeen. Die hunkering naar iets anders was er. Er is dan een verlangen naar een groep ontstaan. Zonder het conservatorium had ik misschien die hunkering naar een groep niet gekregen. Een paar jaar later besefte ik dan dat conservatorium ook iets belangrijks is om je tegen af te zetten; en dat een conservatorium niet enkel hetgeen voorziet wat het moet voorzien. Ik heb altijd graag in het conservatorium gezeten. Maar ik was toen bezig met vrije improvisatie en jazz en begon toen net mijn groovegevoelige feeling , ik begon ook de rijkdom van hip hop te ontdekken, iets wat ik niet vond op school. Al is dat logisch, ik studeerde jazz dus ik moest met niks anders dan jazz bezig zijn.
Ik zou eens contact moeten opnemen met die docent bij wie dat interview in het verkeerde keelgat was geschoten.”
“Zonder het conservatorium had ik misschien die hunkering naar een groep niet gekregen”
Nu woon je in Gent. Je hebt ook in Berlijn en New York gewoond. Vind je dat je je op dit moment goed genoeg kan ontplooien in Gent?
Gyselinck: (nipt van zijn koffie) “Hmm, dat is echt een goede vraag. Ik ben zelf heel weinig thuis en dan is het goed om Gent als thuishaven te kunnen beschouwen. Maar als ik hier een tijd ben, dan neig ik na heel veel werken het zo wat (doet een relax-gebaar en zucht) aan te doen. Je moet je daar op instellen en dat vraagt wel wat energie, maar Gent blijft wel mijn thuisstad.”
Welke artiesten zijn voor STUFF. de belangrijkste inspiraties?
Gyselinck: “We hebben zeker heel veel invloeden; het is zelfs onbegonnen werk om ze op te sommen. Iedereen uit de band heeft zijn eigen wereld, zijn eigen achtergrond mee. Het is soms moeilijk om daar een compromis in te vinden, maar al die invloeden komen in STUFF. wel samen. Dat gaat van John Coltrane tot Beasty Boys.”
Hoe komt de muziek van STUFF. eigenlijk tot stand? Door te jammen op een repetitie?
Gyselinck: “Ja, zo kan je het stellen. Soms worden er wel kleine schetsen geschreven die we live doen en die daar een eigen leven leiden.”
Het is waarschijnlijk wel tof voor jullie dat jullie live de nummers nog kunnen veranderen. Andere artiesten hebben een vaste vorm van een liedje, bij jullie is dat interessanter.
Gyselinck:“Zeker voor ons. Of voor mij toch. Ik spreek natuurlijk niet voor iedereen, maar dat is de reden waarom we zoveel concerten kunnen spelen. We blijven doorgaan, omdat we steeds dat nieuwe kunnen toepassen.”
“We blijven doorgaan, omdat we steeds dat nieuwe kunnen toepassen”
Op Soundcloud hebben we ondertussen wel zo’n vijftien profielen gevonden van jou.
Gyselinck: “Echt? Ja, ik zou ze beter allemaal eens bundelen onder een nieuwe naam. Alhoewel, als het een nieuwe naam is, volgt niemand dat. Ik heb veel muzikale projecten. Zo is er ook ‘Beraadgeslagen’, mijn duo met Fulco Ottervanger met wie ik dit jaar een eerste album ga uitbrengen. We gaan dat album voorstellen ergens in oktober met een verrassingsconcert in Gent. Een heel wijs groepje, samen met Fulco, die ook bij ‘De Beren Gieren’ en ‘Stadt’ actief is. Al tien à twaalf jaar speel ik met hem in een kelder, na zeven jaar in de kelder traden we maandelijks op in de ‘Fatima’, het onlangs afgebrande café. Een keer om de twee maanden was dat, want we waren altijd ook bezig met andere bands. We zijn eigenlijk een improvisatieduo met heel veel beats en elektronica, een geschifte wereld waarin alles mogelijk is. Nu hebben we een plaat met vier schizofrene popnummers, en daar kijk ik enorm naar uit.”
Je hebt het wel heel erg druk met al die projecten. Heb je nog tijd over?
Gyselinck: “Vanaf september begin ik ook nog eens een doctoraat in de kunsten aan het KASK (De Koninklijke Academie voor Schone Kunsten, red.) . Maar het is niet zo dat ik onderzoek doe naar instrumenten in 1532 of zo. Ik doe een onderzoek naar het kruispunt tussen elektronica en akoestische muziek, hoe die elkaar kunnen treffen en elkaars voedingsbodem kunnen zijn. Mijn onderzoekgebied is dus iets waar ik sowieso al mee bezig ben.”
“Vanaf september begin ik ook nog eens met een doctoraat in de kunsten aan het KASK”
Zou je later ook docent willen worden?
Gyselinck: “Dat is niet direct mijn ambitie: ik blijf in de eerste plaats performer. Maar door dat doctoreren moet ik wel lesgeven. Al kan dat ook in de vorm van projecten of een lezing die open is voor iedereen. Maar dat is iets wat over langere termijn gaat en blijft dat nu nog redelijk vaag. Dat gaat er hopelijk voor zorgen dat ik meer creatief kan bezig zijn.”
Op 29 april speelt STUFF. in de Lotto Arena het voorprogramma van Trixie Whitley. Een nieuw album album verwacht Gyselinck pas in 2017.