Ik word tante!
“Je wordt tante!” Met deze drie woorden spatte een maand geleden de illusie van mijn eeuwige jeugdigheid uiteen. Ironisch genoeg schreef ik toen net aan een artikel over een revolutionaire doorbraak in de gentechnologie. Een technologie die het mogelijk stelt om zaad- en eicellen af te leiden uit niks meer dan een banale huidcel. Een zegen voor oude vrijsters, wat ik acht te worden. En er volgde een uitzinnige vreugde, gevolgd door paniek. Mijn ‘Baby Born’ was al geen lang leven beschoren in mijn armen die elk moedergevoel ontberen, laat staan een echt exemplaar. Zo ééntje dat urenlang weet te schreien en dan met datzelfde geweld nog maar eens een pamper vol weet te persen. En net als je denkt dat alles achter de rug is, dan komt de peutertijd met de bijkomstige neen-fase eraan. De neen-fase, een fase waarin ik volgens mijn ex-geliefdes altijd blijven hangen ben. Neen, mijn empathie jegens die primaat-lookalikes – en hierbij doel ik op baby’s en niet op mijn ex-geliefdes – heeft nog geen intrede gedaan.
“De neen-fase, een fase waarin ik volgens mijn ex-geliefdes altijd blijven hangen ben.”
Maar ik werd ook overmand door een gevoel van woede. Want mijn zus, die volgens haar gynaecologen nooit natuurlijk zwanger kan worden, was net natuurlijk zwanger geworden. En dat na talloze ivf-pogingen die steeds beroerdere situaties opleverden en hormonensessies waardoor ze van de ene huilbui in de andere verviel. Misschien wil ik me nog wel deels aansluiten bij Mark Peeters’ visie dat vrouwen onder hormonen iets weghebben van opgespoten vleeskoeien: je wou immers geen rode lap voor haar ogen houden. Dat alles bracht voor de maatschappij een vermijdelijke kost van duizenden euro’s mee. En dan ontspruit bij mij de angst dat als de bovengenoemde techniek gedemocratiseerd zou worden, in combinatie met een even lakse toepassingstechniek, dit een grote druk op de ziekteverzekeringen zou meebrengen. En bijgevolg ook de mogelijkheden zou beperken voor moeders in spe die het echt nodig hebben.
Dus ik schrijf in de eerste plaats geduld voor. En een last-minute naar één of ander exotisch eiland waar je je lusten de vrije loop kan laten gaan. En daarmee doel ik niet enkel op het all-in buffet (wink wink). Naast een grotere slaagkans op een zwangerschap, houd je er dan ook nog wat toffe foto’s aan over. Een met een kameel, een met een hoop stenen die ooit het centrum van één of andere beschaving moesten voorstellen en als sluitstuk een overpriced fotoshoot op het strand. Nog een laatste verademing vooraleer je je sociale mediaprofielen overspoelt met een tsunami aan babyfoto’s. Iets waar ik me misschien ook wel schuldig aan zal maken. Al is het maar om te bewijzen dat er ergens in een hoekje toch nog een moedergevoel schuilt. Rechts naast dat allesverzwelgend zwarte gat.
Nieuwe reactie inzenden