Ongenoegen bij uitwisselingsstudenten
De bekendmaking van uitwisselingsbestemmingen aan de Universiteit Gent draaide aan verschillende faculteiten uit op een totaal fiasco. Ook studenten die op overzeese uitwisseling gaan, uitten hun ongenoegen: 125 kandidaten voor 23 beurzen, terwijl zonder beurs een kostenplaatje van €10 000 en meer geen uitzondering is.
We schrijven 24 februari 2016. Nog enkele minuten en je weet of je op uitwisseling mag vertrekken. Met klamme handen vernieuw je Oasis, opnieuw en opnieuw. Elk bericht ontbreekt echter. Enkele dagen later neem je ten einde raad het heft in eigen handen: je stapt naar het kantoor van je uitwisselingscoördinator. Het overkwam tweede bachelorstudent Kunstwetenschappen Willy*. Hij mag uiteindelijk vertrekken, maar inmiddels kreeg hij nog steeds geen bevestiging of zijn Berlijns avontuur een volledig jaar zal beslaan, of slechts een semester.
“Ik weet nog steeds niet of ik voor een volledig jaar of een semester mag gaan” — Willy
Oasis op ‘t schavot
Willy’s verhaal is geen alleenstaand geval: bij een kleine rondvraag krijgen we een stormvloed aan gelijkaardige getuigenissen binnen. Toch enigszins ontnuchterend, zeker omdat de UGent zich wil positioneren als dé universiteit in Vlaanderen die internationalisering stimuleert. We doen navraag bij verschillende uitwisselingscoördinatoren. Zowel professor Koenraad Jonckheere, academisch verantwoordelijke voor uitwisselingen bij de Kunstwetenschappen, als Ruben Van Bogaert, uitwisselingscoördinator van de Faculteit Rechtsgeleerdheid, schrijven vertragingen toe aan Oasis. Tot en met vorig jaar werd gebruik gemaakt van externe software om de uitwisselingsaanvragen in te dienen, maar vanaf dit academiejaar verloopt de aanvraagprocedure via Oasis. Bij een goedgekeurde uitwisselingsaanvraag zou de mail die studenten hiervan op de hoogte moet stellen niet altijd verstuurd zijn. Ten einde raad namen veel studenten dan maar zelf het initiatief, zoals Willy deed.
“De nieuwe procedure via Oasis is één van de oorzaken van de vertragingen” — Koenraad Jonckheere
We legden dit voor aan Paul Leys, verantwoordelijke voor het databeheer binnen de afdeling Internationalisering. Hij gaf toe dat er enkele problemen opgetreden zijn, maar benadrukte dat de ingebruikname van een nieuw softwaresysteem onvermijdelijk gepaard gaat met kinderziektes: “Nog niet alle functionaliteit staat 100% op punt, en bovendien moeten zowel de medewerkers van de afdeling Internationalisering als uitwisselingscoördinatoren op de verschillende faculteiten nog wat wennen aan het nieuwe systeem. Meer dan 1800 studenten hebben dit academiejaar een aanvraag ingediend via Oasis en voor de meerderheid van de studenten lukte dit zonder noemenswaardige problemen. We zijn trouwens bezig met een evaluatie, in overleg met de verschillende faculteiten en uitwisselingscoördinatoren. Ook de feedback van studenten wordt hierbij meegenomen.”
“Voor de meeste studenten is het zonder problemen verlopen” — Paul Leys
It’s not us, it’s them
“Daarnaast hangt ook veel af van onderhandelingen met gastinstellingen”, verduidelijkt professor Jonckheere. Wanneer we hem vragen of de situatie er anders zou uitzien mocht er meer personeel zijn, benadrukt hij dat de uitwisselingscoördinator van de vakgroep Kunstwetenschappen al haar uiterste best doet om alles zo snel mogelijk rond te krijgen. “Je mag niet onderschatten hoeveel moeite en energie daar wordt ingestoken. Hier en daar zijn er dingen die beter kunnen, maar voor de rest verwacht ik volgend jaar geen problemen.”
In tegenstelling tot de Shanghai ranking, waar de UGent de K.U. Leuven moeiteloos een kloot afdraait, hinkt onze alma mater op het vlak van internationalisering achterop. In de eerste plaats is dit te wijten aan het geringe personeel op de uitwisselingsdiensten. Aan de UGent is er voor de Faculteit Rechtsgeleerdheid, die één van de grootste faculteiten is, bijvoorbeeld slechts één uitwisselingscoördinator.
We vragen Elke Timmermans, medewerker van de dienst internationalisering aan de KULeuven, hoeveel uitwisselingscoördinatoren er bij hen in dienst zijn. Drie voor grotere faculteiten, zoals de Faculteit Rechtsgeleerdheid, en voor kleinere faculteiten één persoon, zo blijkt. “Op die manier kunnen we persoonlijk contact hebben met elke uitwisselingsstudent en hen een geïndividualiseerde begeleiding bieden”, vertelt ze. Verschillende faculteiten organiseren taaltesten om het niveau van Engels en Frans van de studenten op een objectieve manier te kunnen vergelijken. Vooral wanneer er meer aanvragen dan plaatsen zijn of taal een heel grote rol speelt, bijvoorbeeld bij een stage in een ziekenhuis, zijn de resultaten van de taaltest doorslaggevend.
Oversized of ondermaats?
Studenten die op Erasmus gaan, krijgen automatisch een beurs van de Europese Commissie. Afhankelijk van de bestemming varieert die van € 235 tot € 335. De situatie voor uitwisselingsstudenten die naar overzeese bestemmingen zoals Canada, de VS, Australië en China trekken, is echter helemaal anders. In het beste geval kunnen zij aanspraak maken op middelen die de Vlaamse Overheid ter beschikking stelt, de zogenaamde ‘generieke beurzen’. Die kans op zo’n beurs is eerder klein, minder dan één op vijf. Van de 125 aanvragen voor academiejaar 2016, zullen immers slechts 23 studenten een beurs ontvangen. Bovendien wordt niet gedifferentieerd per bestemming, en blijkt het bedrag van € 650 in de meeste gevallen zelfs de kosten van de huisvesting niet te dekken.
Studente Rita*, die volgend jaar op uitwisseling mag naar een universiteit in de Verenigde Staten, getuigt: “Een kot kost daar al snel € 1000 per maand. En dan zijn de kosten voor taaltesten die voordien afgelegd moeten worden (€ 250), visumaanvraag (€ 250) en duurder levensonderhoud er nog niet bijgeteld. Het zal niet gemakkelijk worden als ik dit allemaal zelf zal moeten bekostigen.” Ook het tegendeel is echter mogelijk: “Aangezien het leven in China niet zo duur is, heb ik met het geld van mijn maandelijkse beurs nog heel wat extra zaken, zoals reisjes, kunnen bekostigen,” vertelt Roger, ”die beurs volstond voor studenten in Japan echter bijvoorbeeld niet. Ik had dus geld overgehouden als ik het wat spaarzamer had gedaan.”
“Het zal niet gemakkelijk worden als ik dit zelf moet bekostigen” — Rita
It’s not about the money, money, money
Als we Frederik De Decker, hoofd van de afdeling Internationalisering, hiermee confronteren, erkent hij dat het bedrag niet varieert. “Wij als universiteit hebben op dat vlak weinig in de pap te brokken. Het is de Vlaamse Overheid die beslist. Het financiële aspect is echter niet de grootste drempel bij een uitwisseling, zeker binnen het Erasmusprogramma. Uit onderzoek blijkt dat de beurzen daar voldoende zijn om de kosten met betrekking tot de studie te dragen. Indien de student daarnaast nog toeristische uitstapjes wil maken, is dit voor eigen rekening. Grotere drempels zijn angst voor andere culturen, hobby’s die je moet stopzetten en ouders die je niet kunnen loslaten.”
”Het financiële is niet de grootste drempel” — Frederik De Decker
Bij de uitbetaling van de beurzen rijzen er ook problemen. Wilma*, die ondertussen al een drietal maanden terug is van Erasmus getuigt: “Ik wacht nog op het tweede deel van mijn beurs. De communicatie hierover is barslecht. Je kan wekenlang wachten op die ene mail, die je dan vertelt wat je allemaal moet inscannen om dan zowaar opnieuw te wachten op antwoord. De ervaring in het buitenland was fantastisch en ik zal Erasmus nog steeds aanraden aan iedereen die erover twijfelt. Maar om de doelstellingen te bereiken, zal er toch een en ander moeten veranderen om het papierwerk vlotter te laten verlopen.”
(*) Om de anonimiteit van de studenten die getuigden te verzekeren, werden hun namen veranderd.
Studenten die zich naar aanleiding van dit artikel geroepen voelen om hun ervaring te delen, nodigen we uit een lezersbrief te sturen naar schamper@schamper.ugent.be.
Dhr. Ruben Van Bogaert is niet de uitwisselingscoördinator van de Faculteit Rechtsgeleerdheid maar facultair International Relations Office-medewerker. Verder wenst Dhr. Van Bogaert te nuanceren dat enkele kinderziekten opdoken bij de nieuwe oasistoepassing, maar dat alle vertragingen tijdig manueel werden opgevolgd.