Can't touch this - een prikkelend onderzoek over autisme
- editie
- 569
- categorie
- wetenschap
Mensen met autismespectrumstoornis beleven gevoelsprikkels anders. Hoe dan precies? Wij staken ons licht op bij onderzoekster Eliane Deschrijver (Universiteit Gent). Over tastzin, inleving en spiegels.
Autismespectrumstoornis (ASS), wat is dat nu precies? We kennen allemaal wel enkele Hollywoodfilms met personages met – weliswaar niet altijd waarheidsgetrouw – ASS in de hoofdrol. Van Rain Man met de bovenmatig slimme maar ongelofelijk koppige Raymond, tot de onuitstaanbare maar briljante Sheldon uit de Big Bang Theory. Nochtans is er geen direct verband tussen ASS en intelligentie. Ook het klassieke idee dat ASS samengaat met verstandelijke beperking is intussen achterhaald. De ijverige studenten onder ons mogen dus opgelucht adem halen: die achttienen op jullie puntenbriefje zijn geen teken dat er iets aan de hand is.
Er bestaat een enorme variatie in de manier waarop de stoornis zich uit: intussen spreekt men dan ook over autismespectrumstoornis in plaats van autisme. Wat mensen met ASS wel gemeen hebben is dat ze moeite hebben met sociale communicatie en interactie. Wij kunnen gemakkelijk – wat heet gemakkelijk? – sociale normen aanvoelen en omgaan met abstracte taal. Dat is voor mensen met ASS een even groot mysterie als de Belgische politiek voor ons. Kinderen met ASS vertonen vaak repetitief gedrag: dingen stapelen, open en dicht doen ... Dan zijn er nog zintuiglijke problemen, zoals een overgevoeligheid voor geluid, verminderd koude voelen, gestoorde tastzin of het gevoel van overbelasting wanneer (te) veel zintuiglijke prikkels tegelijkertijd aanwezig zijn. Deze zintuiglijke problemen staan de laatste jaren meer in de belangstelling en zouden gelinkt zijn aan sociale moeilijkheden. Dat geldt voor de tastzin in het bijzonder, al was tot nu onduidelijk hoe.
Ik voel, ik voel, wat jij ook voelt
Doctoraatsstudente Eliane Deschrijver en haar promotoren prof. dr. Marcel Brass en prof. dr. Roeljan Wiersema onderzochten die associatie. Zij maten de hersenactiviteit bij aanrakingen die net wel of net niet overeenkwamen met wat proefpersonen zagen op een computerscherm. “Eerder onderzoek bij grote groepen toonde al een verband tussen sociale problemen en sensorische moeilijkheden, maar dat onderzoek was gebaseerd op vragenlijsten. Nu hebben wij voor het eerst gezien dat een verstoring in de hersenverwerking van de tastprikkels bij mensen met ASS samenhangt met sociale moeilijkheden”, aldus Eliane Deschrijver.
Hoe hebben ze dat concreet aangepakt? Volwassen vrijwilligers met en zonder ASS kregen filmpjes te zien waarop een menselijke of houten hand een oppervlak aanraakt met de midden- of wijsvinger. Tegelijkertijd kregen ze zelf een prikkel op de vinger die hier wel of niet mee overeenstemde. Via elektroencefalografie, kortweg EEG, werd de hersenactiviteit gemeten op basis van neuronale activiteit. Bij vrijwilligers zonder ASS bleek het brein aan te geven wanneer een prikkel die men zag bij een menselijke hand niet overeenkwam met de prikkel die men voelde. Dit in tegenstelling tot de houten hand, omdat ons brein weet dat een houten hand geen tast voelt: het maakte dan ook geen onderscheid tussen tastprikkels van de houten hand die wel of niet overeenstemden met de eigen tastzin. Ook mensen met ASS weten dit. “Bij hen zagen we echter dat hun brein minder sterk aangeeft wanneer tastprikkels bij de menselijke hand verschillend zijn van wat zij zelf voelen”, vertelt Eliane Deschrijver. Met andere woorden: hun hersenen hadden meer moeite om menselijke tastprikkels die niet bij zichzelf horen juist te identificeren.
Spiegeltje, spiegeltje aan de wand
Waarom is dit nu zo belangrijk? “Onze hersenen simuleren de handelingen van anderen. Als iemand bijvoorbeeld een glas opheft, gaan onze hersenen na wat het is om iets vast te grijpen, waardoor we min of meer voelen wat de ander op dat moment voelt”, legt Deschrijver uit. Dit ‘spiegelen’ van wat de ander meemaakt, is belangrijk in sociale situaties. Voorheen verklaarden sommige wetenschappers de sociale moeilijkheden bij mensen met ASS vanuit een verminderde activiteit van de zogenaamde spiegelneuronen, maar deze visie is ondertussen al achterhaald.
Het onderzoek toont nu aan dat hun brein mogelijk minder goed herkent dat de gespiegelde tastprikkels niet overeen komen met de eigen gevoelde prikkels. Met andere woorden: het brein van mensen met ASS had meer moeite om uit te maken welke tastprikkels die men zag niet bij zichzelf hoorden
Aangezien het in sociale situaties cruciaal is om andere personen te onderscheiden van de ik-persoon, werpen deze resultaten een interessant licht op de sociale problemen bij mensen met ASS. De tastzin kan hierin een unieke rol spelen: “Er is namelijk geen fundamenteel verschil tussen wat ik zie als ik een glas ophef of wat ik zie als jij een glas opheft. Bij de tastzin is dit natuurlijk wel zo.”
Deze studie lijkt dit overtuigend aan te tonen, want de hersenactiviteit was nog het meest afwijkend bij de mensen in de groep met ASS die de hoogste mate van sociale problemen aangaven op een vooraf ingevulde vragenlijst.
De kip of het ei?
Het is dan ook verleidelijk om te denken dat de verstoorde verwerking van de tastzin in het brein de oorzaak is van bepaalde symptomen die mensen met ASS vertonen. Niettemin wil Deschrijver niet speculeren: “We moeten voorzichtig zijn om oorzakelijke verbanden te leggen. Welke we gevonden hebben, liggen tussen een verstoorde reactie van de tastzin in het brein en zintuiglijke en sociale problemen. Maar dat wil nog niet zeggen dat er een causaal verband is. Het gaat om een eerste onderzoek, met volwassenen. Vervolgonderzoek met bijvoorbeeld kinderen met ASS moet mijn resultaten nog bevestigen.”
Dat onderzoek kan tot nieuwe behandelingen leiden, al is dit nog zeer veraf. Het biedt vooral een nieuw inzicht in ASS. Goed bezig, wetenschap! Intussen beginnen wij al te filosoferen over wat het brein van mensen met ASS ons kan leren over hoe we zelf ons lichaam en de wereld rondom beleven (n.v.d.r.).
Volwassenen met ASS die interesse hebben om deel te nemen aan onderzoek van EXPLORA kunnen contact opnemen via explora@UGent.be, of de website https://exploragent.wordpress.com bezoeken.
Nieuwe reactie inzenden