Uw verpleger heeft een jaar vertraging
- editie
- 569
- categorie
- nieuws en reportages
De professionele bachelor Verpleegkunde duurt vanaf dit academiejaar in alle Vlaamse Hogescholen geen drie, maar vier jaar. De studenten krijgen een duizendtal uur extra stage en worden opgeleid tot ‘algemeen inzetbare’ zorgverleners.


Gefotografeerd door Emilie Devreese
Nee, de opleiding Verpleegkunde is niet officieel tot een vierjarige academische bachelor met aansluitende master overgegaan. Het blijft een professionele bacheloropleiding die een jaar langer duurt. Vanaf dit academiejaar bestaat de studie namelijk uit 240 studiepunten, gespreid over vier jaar, in plaats van de 180 credits die een modale professionele bachelor telt. Dat is het gevolg van een Europese richtlijn die ervoor zorgt dat studenten Verpleegkunde uit EU-landen die deze regelgeving naleven, later over de hele Europese Unie aan de slag kunnen. Wij spraken hierover met Lien Beyls, opleidingscoördinator van de opleiding Verpleegkunde aan Arteveldehogeschool. “Die Europese richtlijn is er om de Belgische verpleegkundige de mogelijkheid te geven om te kunnen gaan werken in heel Europa. Je moet dan wel voldoen aan die richtlijnen van Europa om die mobiliteit mogelijk te maken.”
Klaar voor de stage rage?
Die richtlijnen houden onder andere in dat studenten minstens 2300 uren stage moeten lopen en hoewel deze regelgeving al langer bestaat, bood geen enkele Vlaamse hogeschool genoeg stage aan om eraan te voldoen. “Dat aantal uren verschilt wat van hogeschool tot hogeschool, maar het gaat dus gemiddeld over een duizendtal uren die tekort kwamen en die er nu in het vierde jaar extra bij komen. Bij ons op Artevelde kwamen we ongeveer 1000 stage-uren tekort en dus zal er in het vierde jaar effectief twee maal 400 uur stage zijn, verdeeld over twee semesters, terwijl de overige uren verdeeld worden over de drie voorgaande bachelorjaren”, aldus mevr. Beyls. Studenten die tegenwoordig nog een driejarig traject doorlopen zien de voordelen wel in van die extra uren stage. Zo stelt Matthias Amys, derde bachelor Psychiatrische Verpleegkunde aan VIVES, campus Roeselare, dat meer stage zeker en vast een meerwaarde kan vormen op vlak van ervaring. Toch merkt hij op dat stages nog altijd heel verschillend zijn van de situatie op de werkvloer waar studenten als afgestudeerde verplegers in terecht komen. Ine Deconinck, pas afgestudeerd aan VIVES Kortrijk, ziet de voordelen van het stagejaar ook in, maar zegt dat ze volgens haar niet noodzakelijk waren: “Echt noodzakelijk is dit niet volgens mij, want na een opleiding van drie jaar ken je alle technieken die je als verpleegkundige nodig hebt. Wel kan het studenten helpen om te beslissen waar ze later willen werken, omdat ze via stages hebben kunnen proeven van de verschillende afdelingen.”
De stage in het vierde jaar zou bestaan uit een betaalde ‘contractstage’. Op Arteveldehogeschool verzekert men ons dat men al perfect weet hoe de stages georganiseerd zullen worden en dat er alvast genoeg stagebegeleiders zijn. Wel geven ze toe dat de omkadering van de contractstage nog niet helemaal uitgestippeld is: “Men spreekt nu van contractstages, maar hoe die concreet zullen ingevuld en omkaderd worden, is nog niet helemaal duidelijk. Op overheidsniveau wordt momenteel besproken hoe de stage in het vierde jaar gefinancierd kan worden.”
Volgens ziekenhuis AZ Delta vangen de contractstages wel het probleem op dat er een jaar zal zijn zonder afgestudeerde verplegers. “Het merendeel van de stage-uren zal gepresteerd worden in de vorm van een contractstage, wat kan beschouwd worden als ‘verpleegkundigen in opleiding’ die deeltijds aan de slag gaan. Dit vangt ook deels het probleem op van het jaar zonder afgestudeerde verplegers”, weten Sarah de Bruycker, directieassistente, en Sabine De Brabant, hoofdverpleegkundige, ons te melden.
Domeinen verdwijnen
Een andere ‘eis’ die Europa voor de opleidingen Verpleegkunde stelt, is dat zij hun studenten opleiden tot ‘algemeen inzetbare’ verpleegkundigen. Concreet wil dit zeggen dat studenten zich tijdens hun bacheloropleiding niet meer kunnen specialiseren in een van die verpleegkundige domeinen zoals pediatrie, algemene chirurgie, geriatrie, etc. Het zal voor afgestudeerde studenten wel mogelijk zijn om zich verder te specialiseren via postgraduaten. Bij de ene hogeschool stond men hier al wat verder mee dan bij de andere: zo is Arteveldehogeschool volgens mevr. Beyls al enkele jaren bezig met het afbouwen van de domeinspecialisaties. “Het is inderdaad zo dat Europa zegt dat je niet mag specialiseren, dus dat je de studenten algemeen inzetbaar moet opleiden. Nu, wij waren daar met onze opleiding aan Arteveldehogeschool al langer in mee, omdat we die specialisaties bij vorige curriculumvernieuwingen al een stuk afgebouwd hebben. Onze studenten doorliepen ook alle domeinen van de verpleegkunde. In die zin zaten wij al redelijk goed. Enkel de uren stage waren nog niet gerealiseerd.” Wij vroegen ons af of dat dan niet ten koste gaat van de zorgkwaliteit, maar dat weerlegt mevr. Beyls: “Dat is inderdaad een redenering die je kan volgen, maar wij zijn niet van die mening. Wij zullen breed opleiden en het beste van alles komt aan bod, bij wijze van spreken. Je zou kunnen zeggen dat specialisatie minder aan bod komt, maar postgraduaten blijven bestaan, terwijl de banaba’s zullen verdwijnen.”
VIVES-student Matthias staat kritischer tegenover deze curriculumverandering. Hij denkt dat de multi-inzetbaarheid positief is voor latere jobkansen, maar dat er ook een groot nadeel aan verbonden is. “Ik ben de voorlaatste generatie die zal afstuderen binnen een specifiek keuzetraject, en zo’n traject geniet tot op heden nog altijd de voorkeur van veel werkplaatsen, die streven naar werknemers met uitgediepte kennis over de patiënten met wie ze aan de slag gaan.” Volgens hem zijn er zowel onder de studenten als onder de docenten voor-en tegenstanders van het verdwijnen van de studiedomeinen. “De grote troef van de vierjarige opleiding is natuurlijk dat je overal ingezet kan worden, waardoor het aanbod aan werkgelegenheid groeit. Het nadeel hierbij is natuurlijk dat je geen keuzetraject meer gevolgd hebt, waardoor je geen uitdieping hebt gehad over één bepaalde patiëntenpopulatie. Tegen het einde van het tweede jaar wist elke student waar zijn grootste interesse lag. Diegenen die nu zullen starten kunnen hun interesse pas volledig laten ontpoppen op het werkveld, bijgevolg zullen ze ook rekening houden met veel vakken die hen minder interesseren … Ook bij de docenten zijn er voor- en tegenstanders: sommigen hebben zich jarenlang ingezet om hun specifieke vakgebied uit te bouwen, nu zien ze dit in duigen vallen en moeten ze lesgeven aan studenten die die passie mogelijk niet delen.”
“Wij zullen breed opleiden waardoor het beste van alles aan bod komt.” – Lien Beyls
“Ook bij docenten zijn er voor- en tegenstanders voor het wegvallen van de domeinen.” – Matthias Amys
Opleiding in opbouw
Wat ons over de grote lijn opvalt, is de grote onzekerheid die nog bestaat over de concrete uitvoering van de veranderingen binnen de opleiding Verpleegkunde. Met nog enkele jaren tijd voor de boeg moeten er nog heel wat knopen doorgehakt worden. Zo weet men ook nog niet precies hoe het vierde jaar naast de 800 stage-uren zal opgevuld worden en wat een contractstage concreet zal inhouden. Ook is het nog niet duidelijk hoe de hogescholen ervoor zullen zorgen dat elke student met elk domein aan den lijve kennis kan maken én hoe ze de studenten genoeg tijd kunnen geven om ook daadwerkelijk noemenswaardige ervaring in alle domeinen te kunnen laten opdoen.
De vernieuwingen in de verpleegkunde die dit academiejaar worden ingevoerd kennen zowel voor- als tegenstanders. De extra stage wordt positief onthaald, maar over de noodzaak is niet iedereen het eens. Ook de afschaffing van de afstudeerrichtingen is ietwat controversieel. Zal een algemene opleiding leiden tot betere allroundverplegers of zullen ze tekortschieten in het domein waar ze uiteindelijk in terechtkomen? Enkel de toekomst zal het uitwijzen.
Nieuwe reactie inzenden