Vluchtelingen aan de UGent
- editie
- 569
- categorie
- nieuws en reportages
In 2015 registreerde de Dienst Vreemdelingenzaken 35 476 asielaanvragen. Een kleine 61% van die aanvragen werd erkend. Vervolgens gaan velen werken of studeren. Geen gemakkelijke opgave. Aan de Universiteit Gent zijn er initiatieven om toekomstige studenten te begeleiden.



Gefotografeerd door Adel Mouchalleh
Buitenlands talent
Hét standaardprofiel voor de vluchteling bestaat niet: elke persoon heeft zijn eigen voorgeschiedenis en eigen redenen om te vluchten. Sinds het begin van de burgeroorlog in Syrië zien we echter dat dat profiel verandert: steeds meer hoogopgeleide mensen zoeken bescherming en komen bijvoorbeeld in België terecht. Eenmaal zij officieel erkend zijn als vluchteling, kunnen zij hun leven hier beginnen uitbouwen. Voor de meesten betekent dat in eerste instantie integratie- en taallessen volgen. Maar ook werk zoeken. Sommigen hebben al diploma’s in hun thuisland behaald en werkten er onder meer als ingenieur, dokter of academicus.
Toch blijkt al snel dat een job op hetzelfde niveau vinden niet vanzelfsprekend is in een ander land. Aspecten zoals talenkennis, sollicitatievaardigheden, erkenning van diploma’s en kwalificaties, maar ook de manier waarop onze arbeidsmarkt werkt, maken de zoektocht moeilijker. Een groot deel van deze hoogopgeleiden werkt bij ons daarom onder hun opleidingsniveau. Tarad Jwaid, een Syrische vluchteling, is hier getuige van: “Het is deprimerend om je toekomstplannen in rook te zien opgaan. In plaats van les te geven als professor in de Wiskunde, was mijn laatste sollicitatie hier bij Bpost.”
“Een groot deel van de hoogopgeleiden werkt bij ons onder hun opleidingsniveau.”
Aan de Universiteit Gent is voornamelijk de Beleidscel Gender en Diversiteit bezig met de begeleiding van vluchtelingen. Katrien De Bruyn, beleidsmedewerker Diversiteit van de beleidscel: “We werken aan de in- en doorstroom van talent uit ondervertegenwoordigde groepen, waaronder vluchtelingen en anderstalige nieuwkomers. In feite gaat het over mensen met buitenlandse diploma’s die naar België geëmigreerd zijn. Ze hebben de bedoeling om hier hun toekomst uit te bouwen.”
Wanneer deze mensen in België aankomen, stellen ze vast dat ze niet meteen aan de slag kunnen. De beleidscel springt hierin bij en begeleidt mensen die hun diploma opnieuw willen behalen of willen studeren. “Dat loopt niet altijd even soepel. Velen hebben wel het talent en de inzet voor verdere studies, maar lopen tegen praktische problemen aan.”
Mentoring ook als keuzevak
Om die praktische problemen op te vangen, werd in 2009 het mentoringproject gestart. Sinds 2013 is het zelfs geïntegreerd in een volwaardig keuzevak: Coaching en Diversiteit. De Bruyn: “Studenten die dit keuzevak volgen, krijgen een academische introductie over het thema diversiteit en theoretische modellen over coaching. Bij wijze van praktijkervaring worden zij gematched met een van onze mentees die dezelfde richting volgt. De mentoren zullen, naast het sociale aspect, ook helpen bij de verwerking van de leerstof. Ook worden zij getraind om bepaalde signalen te herkennen om zo hun mentee bijvoorbeeld tijdig naar het monitoraat door te verwijzen, indien er zich problemen voordoen bij het studeren.”
“Er zijn zeker succesverhalen, maar sommige vluchtelingen haken ook af.”
“Er zijn zeker succesverhalen, maar sommige vluchtelingen haken ook af. Dat komt door een samenloop van omstandigheden. Zo merken sommige studenten dat de opleiding toch niet is wat zij ervan verwacht hadden, blijkt het toch te moeilijk, of wordt de combinatie met werk en/of gezin te zwaar. Ook kunnen een aantal studenten niet verder studeren omdat ze geen toestemming meer krijgen van het OCMW. Ten slotte kunnen een taalachterstand, posttraumatische stress of de situatie van familieleden in het thuisland het studeren erg moeilijk, zo niet onmogelijk, maken.”
Het voortraject
Omdat opnieuw studeren in een ander land toch enige voorbereiding vraagt, is de beleidscel twee jaar geleden in samenwerking met IN-Gent (het orgaan dat instaat voor de integratie en inburgering in Gent) gestart met het aanbieden van een voortraject dat een jaar duurt. Het voortraject bestaat uit een stevige taalcomponent met de nadruk op academisch Nederlands. Daarnaast wordt er ook gewerkt aan studievaardigheden en worden de kandidaat-studenten begeleid bij het verfijnen van hun studiekeuze. In het tweede semester kunnen zij ook een aantal keuzemodules volgen om hun voorkennis op te frissen. “Dat voortraject is speciaal gericht op anderstalige nieuwkomers die minstens het secundair onderwijs in hun land van herkomst hebben afgewerkt. Ze hoeven na dat traject niet noodzakelijk aan de UGent te studeren, ze zijn vrij in die keuze”, zegt De Bruyn.
Niet elke nieuwkomer kan zomaar met het traject beginnen. Om te starten met het voortraject wordt er een lichte selectie gemaakt waarbij kennis van het Nederlands en inzet de belangrijkste factoren zijn. Bovendien kost het voortraject ook iets: 400 euro voor wie nog een taalniveau moet halen (om het niveau te behalen dat nodig is om aan een opleiding te beginnen), 750 euro voor wie nog twee niveaus moet halen. Maar voor vluchtelingen heeft de beleidscel een reductietarief dat naar analogie met het beurstarief tussen de 105 euro en 210 euro bedraagt. De Bruyn: “We vinden het belangrijk dat het voortraject betaalbaar is voor vluchtelingen. Anderzijds weten we uit het verleden dat mensen meer gemotiveerd zijn wanneer het niet volledig gratis aangeboden wordt.”
Momenteel bestaat de grootste groep vluchtelingen met interesse voor het voortraject uit jonge mannen van rond de 20 jaar. “Die hebben vaak nog geen partner of gezin in hun thuisland en zetten gemakkelijker de stap om te vluchten”, aldus De Bruyn. Er zijn binnen deze groep voorlopig weinig vrouwen die de stap zetten naar studeren. “Vaak heeft dat als reden dat ze eerst voor hun gezin en de kinderen willen zorgen en eventueel daarna willen beginnen aan een opleiding. Over manieren om meer vrouwen aan te trekken wordt wel nagedacht”, laat De Bruyn ons weten.
In België aan de slag
Maar wat vinden de nieuwkomers nu zelf van hun overgang naar de UGent? Wij spreken met twee onderzoekers die aan de universiteit gewerkt hebben. Tarad Jwaid kwam in 2007 naar België om een doctoraat in de Wiskunde te doen, en dat met een beurs van de Syrische overheid. Initieel was het plan om na zijn PhD Wiskunde te doceren aan de Universiteit van Aleppo. Wanneer de oorlog in zijn thuisland uitbrak, zag hij zijn plannen in het water vallen. “Ik kreeg een vluchtelingenstatuut en kon ook een jaar als postdoc werken aan de UGent. Mijn Syrische beurs was ik kwijt en ik verdiende 1500 euro per maand, wat aanzienlijk minder is dan andere postdocs die om en bij de 3000 euro krijgen.” Bij KERMIT, een interdisciplinair team van wiskundigen, ingenieurs en computerwetenschappers, voelde hij zich geen vluchteling. Dat kwam omdat dat team een internationaal karakter heeft. Na zijn postdoc moest Tarad ander werk zoeken, en dat is moeilijk: “Ik doctoreerde in de theoretische wiskunde, maar in België is wiskunde meer toepassingsgericht. Doordat ik de Belgische nationaliteit nog niet heb, kan ik ook geen posities in het buitenland aanvaarden.” Zo kreeg hij een positie aangeboden in Maleisië, maar kon hij er niet naartoe omdat hij in België bescherming krijgt.
Kassem Alsayed Mahmoud is een Syrische assistent-professor die in 2012 uit Syrië vluchtte en in 2014 in Frankrijk asiel heeft gekregen. Met de hulp van de organisatie Scholars At Risk en de UGent kon hij een jaar als postdoc aan de slag bij de vakgroep Bio-ingenieurswetenschappen. “Ik deed onderzoek naar het beroemde Belgische product chocolade”, vertelt hij trots. Alsayed Mahmoud is dankbaar voor de ondersteuning die hij kreeg van de UGent om zijn verblijf in België voor te bereiden: “Omdat ik het Franse vluchtelingenstatuut had, moest ik een visum aanvragen om naar België te komen. De universiteit heeft me voor en na mijn komst geholpen om administratief alles in orde te krijgen. De grootste moeilijkheid was niet beginnen aan de universiteit, maar de mooie momenten die ik heb meegemaakt met de ontzettend vriendelijke mensen hier achter mij te laten.” (Kassem heeft nu een postdocpositie aan het ULB in Brussel.)
Nieuwe reactie inzenden