Edito
- editie
- 570
- categorie
- editoriaal
De discussie over onverdoofd slachten is nog maar net gaan liggen in de luwte, of tv-tuinier Wim Lybaert laat in zijn programma ‘volgens de regels van de kunst’ een paar kippen slachten door de deelnemers zélf. Preuts kijkend Vlaanderen gaat door het lint. ‘Verlichtingswaarden’, preutelen ze. ‘Onthutsend!’ Niet nadenkend koopt dezelfde Vlaming de volgende ochtend een schnitzel in de supermarkt. Totale amnesie. Geen haan die er nog naar kraait.
Hippies roepen in koor: “De stadsmens is de band met de natuur kwijt! Hij weet niet meer waar zijn eten vandaan komt!” Wat is daar van aan? Veganistische groeperingen en volksinitiatieven zoals ‘Het Spilvarken’ schieten toch overal wortel? Aan de Gentbrugse Meersen zorgen buurtbewoners samen voor een aantal varkens, die ze voeden met voedseloverschotten; op het einde van het project worden de geliefde dieren geslacht, zodat de consument zich bewust is van dit ene dier, mét naam. Van snuit tot krulstaart.
“Op het einde van het project worden de geliefde dieren geslacht, zodat de consument zich bewust is van dit ene dier, mét naam. Van snuit tot krulstaart.”
Maar natuurlijk is niet elke burger warm te krijgen voor volksinitiatieven. Laat mij eens een suggestie doen: literatuur kan ook helpen reflecteren. En zo wordt een fabel uit 1954 opnieuw uit de boekenkast gehaald – nu eens niet om zijn politieke lading. Een boek waarin een varken nota bene zelf het woord neemt en zijn ‘comrades’ toespreekt om de uitbuiting door de mensen een halt toe te roepen. Wie zal er ontkennen dat het eerste deel van ‘Animal Farm’ van George Orwell als pleidooi voor veganisme begrepen kan worden? Op z’n minst lijken de dieren te stemmen voor een meer gelijk lot — zo willen ze bijvoorbeeld ook de ratten aanzien als volwaardige dieren. Tevens toont ‘Animal Farm’ ons hoe dwingende systemen zoals veganisme en de hegemonie van de dieren tot dezelfde totalitaire corruptie als die van de mensen leidt. Die onevenredigheid verplicht ons om na te denken over moeilijke vragen zoals: Hoe is de verhouding tussen mens en dier in de stad? Zal er gevolg gegeven worden aan duurzame projecten zoals ‘Het Spilvarken’? Of bepaalt de economie meer dan ooit ons consumptiepatroon en zijn we willoze wezens die al wat makkelijk is in de mond steken? Is het logisch dat we panda’s in leven houden, maar onze minder aaibare amfibieën laten uitsterven? Is alles wat op twee benen loopt slecht? En is het een ramp dat we niet volhouden met het eten van minder vlees? Neen. Zolang in de slachthuizen mishandeling verbannen wordt, en Ben Weyts eens met een béétje realiteitszin uit zijn ivoren toren neerdaalt. En zolang u, kritische student, af en toe uw best doet om bewust te consumeren. U moet daarom niet elke dag gortdroge pompoenburgers eten. Tenzij u een pittige indruk wil maken op die knappe blandina met dreads, natuurlijk.
Nieuwe reactie inzenden