Het lijstje met schijnbaar willekeurige zaken die toch een rode draad hebben
Zoals je eerder in deze Schamper kon lezen, is kunst met dieren vragen om problemen. Of om aandacht. Het is een pak veiliger voor de fysieke integriteit — en voor je strafblad — om je alleen met dode beestjes bezig te houden. Vandaar een lijstje vol kunstige taxidermie. Wees blij dat ons budget niet groot genoeg is voor geurstaaltjes.
De film ‘Psycho’ (1960) van Alfred Hitchcock (naar het boek van Robert Bloch) is even nauw verbonden met douches als de nazi’s. Minstens even beklemmend zijn ruimtes vol opgezette beesten van taxidermist en moordenaar Norman Bates. Het wordt helemaal hallucinant wanneer Bates besluit om zijn eigen moeder op te zetten.
Mocht je Psycho te soft vinden, dan is ‘Taxidermia’ een optie. De film van György Pálfi over de geschiedenis van Hongarije bevat onder andere een tirannieke vader, een stel moordende katten en een taxidermist die zichzelf opzet. In vergelijking met deze bende halvegare Hongaren is Viktor Orbán een doetje.
Sowieso zijn de meeste taxidermisten rare kwibussen. In The hotel New Hampshire laat John Irving de hond Sorrow ‘herrijzen’ door een taxidermist, wat de dood van de grootvader tot gevolg heeft én aanleiding is tot een seksuele initiatierite. Meesterverteller Roald Dahl houdt het in The Landlady niet bij huisdieren, ook achteloze reizigers zijn de klos.
Taxidermie was al hip in de 16de eeuw. Shakespeare schreef in Romeo and Juliet, act V scène I: “And in his needy shop a tortoise hung/An alligator stuff’d, and other skins/Of ill-shaped fishes.” Wie had ooit gedacht dat zelfs de Bard een fetisj had voor dode dierenvelletjes?
Bravo, je hebt het einde van dit lijstje gehaald zonder kotsend boven het toilet te hangen! Misschien is een werkje van Jeroen Lemaitre Animaux Speciaux wel iets voor jou. Kleine kunstwerkjes met opgezette insecten en vlinders in de meest wonderbaarlijke kleuren. Of hoe uit de dood kunst geboren wordt.